Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/313
Art. 81 lid 1 RO. Werkgeversaansprakelijkheid; art. 7:658 BW. Blootstelling aan voor de gezondheid schadelijke stoffen. Causaliteit. Vervolg op HR 17 november 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA8369, NJ 2001/596. Deskundigenonderzoek; klachten tegen vraagstelling en bewijswaardering hof. Motivering van bewijsoordeel.
HR 13-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:295
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 februari 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
13/04465
- Conclusie
Plv. P-G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:295, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑02‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2305, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑12‑2014
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Werkgeversaansprakelijkheid; art. 7:658 BW. Blootstelling aan voor de gezondheid schadelijke stoffen. Causaliteit. Vervolg op HR 17 november 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA8369, NJ 2001/596. Deskundigenonderzoek; klachten tegen vraagstelling en bewijswaardering hof. Motivering van bewijsoordeel.
Partij(en)
[Eiser], wonende te België, eiser tot cassatie, adv.: mr. R.S. Meijer,
tegen
Unilever Nederland Holdings B.V., te Rotterdam, verweerster in cassatie, adv.: mr. D. Rijpma.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding
Voor het verloop van het geding tot dusverre verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
- a.
het arrest in de zaak ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.