Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 272
Ontvankelijkheid OM na tardieve appelschriftuur.
HR 02-02-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK0910
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 februari 2010
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos, M.A. Loth
- Zaaknummer
08/01392
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
BK0910
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK0910, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑02‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK0910, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑10‑2009
- Wetingang
Sv art. 410 lid 1 en 416lid 3
Essentie
OM-cassatie. Ontvankelijkheid OM-appel na tardieve appelschriftuur.
a. De opvatting dat art. 416 lid 3 Sv slechts van toepassing is indien geen schriftuur wordt ingediend is onjuist. Dit artikel is ook van toepassing wanneer de schriftuur, als in casu, niet tijdig is ingediend (vgl. HR 7 LJNBI 4078).
b. Noch uit de tekst, noch uit de geschiedenis van art. 416 lid 3 Sv volgt dat de rechter enkel zonder onderzoek van de zaak zelf de niet-ontvankelijkheid van het OM-appel kan uitspreken; zulks kan ook na dat onderzoek plaatsvinden.
c. De beantwoording van de vraag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.