Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/123
123 Soms is het lastig te beoordelen of een voorwaarde een opschortende of ontbindende is
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691544:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Asser/Sieburgh 6-I 2020/164 en 179 en Stolz 2015, p. 182-183. Bijv. HR 12 oktober 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX5572, NJ 2012/589 (Architect Portier/Montessori Scholengemeenschap Amsterdam). Zie ook Asser/Sieburgh 6-III 2018/363 en Ruygvoorn 2010.
Valk 2016b, p. 27. Zie mede HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2741, NJ 2015/382 (ISG/RBS).
De voorwaarde: ‘dat op de huidige bedrijfslocatie langjarig het Chinees Indisch restaurant kan worden voortgezet’ werd zonder enige nadere motivering gelezen als een ontbindende voorwaarde (Hof Arnhem-Leeuwarden 13 februari 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:1376).
Stolz 2015, p. 375.
HR 22 juni 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW9067, NJ 2012/606 met nt. H.B. Krans (Zeedijk/Heineken).
Zie bijv. Hof Arnhem-Leeuwarden 13 februari 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:1376 waar een onduidelijke formulering van de voorwaarde onderwerp van geschil was.
Een oordeel van feitelijke aard is voorbehouden is aan de rechter die over de feiten oordeelt; de juistheid daarvan kan niet in cassatie worden onderzocht (conclusie A-G F.F. Langemeijer randnr. 2.7 vóór HR 21 september 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA6239, RvdW 2007/796). Zie ook Asser/Sieburgh 6-III 2018/368. In cassatie kan slechts op de motivering worden getoetst (HR 19 november 2010, ECLI:NL:HR:2010:BN7886, NJ 2010/623 (Skare/Flexmen)).
Niet altijd is duidelijk of een overeengekomen voorwaarde als een ontbindende of als een opschortende voorwaarde is te beschouwen. Pas na uitleg van de overeenkomst aan de hand van de Haviltex-maatstaf komt vast te staan of sprake is van een ontbindende dan wel opschortende voorwaarde.1 Bij de uitleg kan namelijk van betekenis zijn of partijen hebben gewild dat reeds gedurende de periode van onzekerheid over het vervuld zijn van de voorwaarde uitvoering werd gegeven aan de hoofdverbintenissen. Van belang kan zijn hoe partijen zich hebben gedragen na het sluiten van de overeenkomst: of, en zo ja hoe zij uitvoering hebben gegeven aan de gemaakte afspraken. Feiten en omstandigheden van na de totstandkoming van de overeenkomst kunnen licht werpen op de eerdere bedoeling van partijen.2 Zo is een voorwaarde als ontbindend te beschouwen indien partijen beoogden dat de hoofdverbintenis al zou gelden (en dat lieten blijken door bijvoorbeeld bepaalde handelingen te verrichten).3 De voorwaarde moet worden gezien als opschortend indien partijen rustig hebben afgewacht of de voorwaarde al of niet in vervulling zou gaan.4
De kwalificatie die een partij zelf aan de voorwaarde heeft gegeven is vanzelfsprekend niet beslissend; de beoordeling door de rechter is bepalend.5 Wel kunnen partijen ervoor zorgen dat in de overeenkomst de kwalificatie opschortend of ontbindend expliciet is opgenomen. Bovendien is het aan te bevelen dat duidelijk is verwoord wanneer aan de voorwaarde is voldaan.6 Wanneer de rechter een bepaalde uitleg heeft gegeven aan de overeenkomst en de stellingen van partijen daarbij heeft betrokken, gaat het om een oordeel van feitelijke aard.7
Indien komt vast te staan dat partijen een overeenkomst hebben gesloten waarbij één der partijen nog aanvullende informatie aan de andere partij zou doen toekomen, hoeft het verschaffen van die informatie niet als een ontbindende of opschortende voorwaarde te worden beschouwd.