Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/808
Wvggz. Klachtprocedure (art. 10:7 Wvggz); verhouding tot klachtprocedure Wkkgz. Beslissing ter uitvoering zorgmachtiging (art. 8:9 Wvggz); aanbrengen beperkingen in vrijheid om eigen leven in te richten (art. 3:2 lid 2 onder h Wvggz)?
HR 07-07-2023, ECLI:NL:HR:2023:1047
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 juli 2023
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock, K. Teuben
- Zaaknummer
23/00283
- Conclusie
A-G i.b.d. mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1047, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑07‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:460, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑04‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑01‑2023
- Wetingang
Samenvatting
Art. 10:3 Wvggz bevat een limitatieve opsomming van de gronden waarop in het kader van de klachtprocedure zoals geregeld in hoofdstuk 10 van de Wvggz kan worden geklaagd. Indien de klacht geen betrekking heeft op de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van een of meer van de in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.