Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1342
Beklag, beslag. Boot onder A in beslag genomen. B stelt eigenaresse te zijn en klaagt over het uitblijven van teruggave aan haar, nu de boot onder eigendomsvoorbehoud aan B zou zijn geleverd en B niet binnen de gestelde termijn aan haar zou hebben betaald. Het oordeel van de rechtbank dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, in een strafzaak tegen A de verbeurdverklaring van de boot zal bevelen omdat de boot niet aan klaagster maar aan A toebehoort, is zonder nadere motivering niet begrijpelijk, gelet op art. 3:92 lid 1 BW en in aanmerking genomen hetgeen door B onder overlegging van de koopovereenkomst is aangevoerd. Volgt vernietiging en terugwijzing.
HR 27-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2190
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 november 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.L.J. van Strien, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
16/04972 B
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2190, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1022, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑10‑2018
Essentie
Beklag, beslag. Boot onder A in beslag genomen. B stelt eigenaresse te zijn en klaagt over het uitblijven van teruggave aan haar, nu de boot onder eigendomsvoorbehoud aan B zou zijn geleverd en B niet binnen de gestelde termijn aan haar zou hebben betaald. Het oordeel van de rechtbank dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, in een strafzaak tegen A de verbeurdverklaring van de boot zal bevelen omdat de boot niet aan klaagster maar aan A toebehoort, is zonder nadere motivering niet begrijpelijk, gelet op art. 3:92 lid 1 BW en in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.