Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/1061
Schuldsanering. Tussentijdse beëindiging op voet niet-nakoming verplichtingen (art. 350 Fw); ontbreken verwijtbaarheid m.b.t. boedelachterstand?; motiveringsgebrek.
HR 14-10-2016, ECLI:NL:HR:2016:2348
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 oktober 2016
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/02488
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2348, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑10‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:996, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑07‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑05‑2016
- Wetingang
Art. 350 Fw
Essentie
Schuldsanering. Tussentijdse beëindiging op voet niet-nakoming verplichtingen (art. 350 Fw); ontbreken verwijtbaarheid m.b.t. boedelachterstand?; motiveringsgebrek.
Voor de toepassing van de beëindigingsgrond van art. 350 lid 3 aanhef en onder c Fw is vereist dat de schuldenaar van zijn gedragingen een verwijt kan worden gemaakt. Slagende motiveringsklacht tegen oordeel hof dat verzoeker tot cassatie verwijt kan worden gemaakt van ontstaan boedelachterstand. Het hof heeft verwijtbaarheid aangenomen op de grond dat verzoeker bewust ervoor had gekozen als enige de lasten van de gezamenlijke huishouding op zich te nemen omdat zijn partner in een schuldhulptraject zat. Dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.