Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/490
Procesrecht. Beslagrecht. Derdenbeslag; rechtsverhouding in zin art. 475 Rv; wilsrecht; privé-opnames vennoot; uitleg v.o.f.-overeenkomst; HR 29 oktober 2004, NJ 2006/203 (Kredietruimte). Verandering of vermeerdering eis; goede procesorde; ambtshalve beslissing. Vervolg op HR 2 juni 2017, RvdW 2017/634.
HR 23-04-2021, ECLI:NL:HR:2021:640
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 april 2021
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, C.A. Streefkerk, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
19/05234
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:640, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑04‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:956, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑10‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑11‑2019
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Beslagrecht. Derdenbeslag; rechtsverhouding in zin art. 475 Rv; wilsrecht; privé-opnames vennoot; uitleg v.o.f.-overeenkomst; HR 29 oktober 2004, NJ 2006/203 (Kredietruimte). Verandering of vermeerdering eis; goede procesorde; ambtshalve beslissing. Vervolg op HR 2 juni 2017, RvdW 2017/634.
Samenvatting
Op grond van art. 475 Rv kan tot verhaal mede beslag worden gelegd op vorderingen die de schuldenaar op derden mocht hebben of uit een ten tijde van het beslag reeds bestaande rechtsverhouding rechtstreeks zal verkrijgen. Niet uitgesloten is dat een vordering rechtstreeks voortvloeit uit een bestaande rechtsverhouding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.