Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/503
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Vervolg op HR 13 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1174. Matiging contractuele boete.
HR 30-04-2021, ECLI:NL:HR:2021:669
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 april 2021
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
20/01834
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:669, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑04‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:302, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑03‑2021
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Vervolg op HR 13 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1174. Matiging contractuele boete.
Partij(en)
ARREST In de zaak van [eiser], wonende te [woonplaats], EISER tot cassatie, hierna: [eiser], advocaat: K. Aantjes, tegen 1. [verweerster 1], 2. [verweerder 2], beiden wonende te [woonplaats], VERWEERDERS in cassatie, hierna gezamenlijk: [verweerders], niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent:
1. Feiten en procesverloop
Feiten1.
1.1
Eiser tot cassatie (hierna: [eiser] ) heeft zijn woonhuis, gelegen te [woonplaats] (hierna te noemen: de woning), ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.