Einde inhoudsopgave
Binnenvaartregeling
Artikel 7.9b
Geldend
Geldend vanaf 23-02-2022
- Bronpublicatie:
15-02-2022, Stcrt. 2022, 5098 (uitgifte: 22-02-2022, regelingnummer: IENW/BSK-2022/31845)
- Inwerkingtreding
23-02-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-02-2022, Stcrt. 2022, 5098 (uitgifte: 22-02-2022, regelingnummer: IENW/BSK-2022/31845)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Als vaarbewijs als bedoeld in artikel 35b, eerste lid, onderdeel b, van de Scheepvaartverkeerswet, worden aangewezen het groot vaarbewijs A, het groot vaarbewijs B, het beperkt groot vaarbewijs A, het beperkt groot vaarbewijs B, het klein vaarbewijs I, het klein vaarbewijs II, het vrijstellingsbewijs, bedoeld in artikel 7.6, eerste lid, het zeilbewijs, bedoeld in artikel 7.9, eerste lid, een erkend buitenlands bewijs van vaarbekwaamheid als bedoeld in artikel 7.11, het kwalificatiecertificaat schipper, bedoeld in artikel 7.11a, en de specifieke vergunningen, bedoeld in artikel 7.11b.
2.
Als categorieën vaarbewijzen, bedoeld in de artikelen 48, vijfde lid, en 49, tweede lid, van de wet, worden aangewezen het klein vaarbewijs I, het klein vaarbewijs II, alsmede erkende buitenlandse bewijzen van vaarbekwaamheid als bedoeld in bijlage 7.1, onderdelen 1.3 en 1.4.