Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 165
EHRM, 31-10-2006, nr. 41463/02
EHRM 31-10-2006, ECLI:NL:XX:2006:AZ8323
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
31 oktober 2006
- Magistraten
Costa, Baka, Cabral Barreto, Mularoni, Fura-Sandström, Jočienė, Popović
- Zaaknummer
41463/02
- LJN
AZ8323
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2006:AZ8323, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 31‑10‑2006
- Wetingang
Essentie
Földes en Földesné Hajlik t. Hongarije.
Hoewel de strafrechtelijke procedure tegen klagers buitensporig lang heeft geduurd (ruim 12,5 jaar), kunnen klagers niet worden aangemerkt als slachtoffers van een schending van art. 6 lid 1 EVRM in de zin van art. 34 EVRM, nu de nationale rechter in de buitengewone duur van het geding reden heeft gezien om tot matiging van de straf te komen (waardoor redres is geboden aan de gestelde schending van art. 6 EVRM). Om dezelfde reden levert de lange duur van het aan klagers opgelegde verbod tot vervreemding van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.