Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 164
EHRM, 18-10-2006, nr. 46410/99
EHRM 18-10-2006, ECLI:NL:XX:2006:AZ2407
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Grote kamer)
- Datum
18 oktober 2006
- Magistraten
Wildhaber, Rozakis, Costa, Bratza, Zupančič, Bonello, Caflisch, Türmen, Hedigan, Tsatsa-Nikolovska, Maruste, Kovler, Zagrebelsky, Garlicki, Myer, Jočienė, Šikuta
- Zaaknummer
46410/99
- LJN
AZ2407
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2006:AZ2407, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Grote kamer), 18‑10‑2006
- Wetingang
EVRM art. 8
Essentie
Üner t. Nederland.
Geen schending art. 8
Klager, van Turkse afkomst, heeft een permanente verblijfsvergunning. Hij wordt voor tien jaar ongewenst vreemdeling verklaard omdat hij is veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf wegens doodslag. Klager, die stelt dat hij nauwelijks Turks spreekt, geen banden heeft met Turkije en nauwelijks familie in Turkije heeft, klaagt dat zijn uitzetting naar Turkije in strijd is met art. 8, omdat hij een vrouw en twee kinderen in Nederland moet achterlaten. De Kamer oordeelde dat geen sprake was van schending van art. 8 (5 juli 2005). De Grote Kamer handhaaft dat oordeel en voegt aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.