EHRM, 10-10-2006, nr. 10699/05

Documentgegevens:

EHRM 10-10-2006, ECLI:NL:XX:2006:AZ4346

Instantie: Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Datum: 10 oktober 2006
Magistraten: Bratza, Casadevall, Pellonpää, Garlicki, Mijović, Šikuta
Zaaknummer: 10699/05
LJN: AZ4346
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
Europees belastingrecht / Discriminatie
Brondocumenten: ECLI:NL:XX:2006:AZ4346, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 10‑10‑2006
Wetingang: EVRM art. 8; EVRM art. 14

Essentie

Paulík tegen Slowakije.

Klager heeft in 1966 een relatie met een vrouw die een dochter I. krijgt. Klager betwist dat hij de vader is. Op basis van getuigenverklaringen en een bloedtest wordt in 1970 vastgesteld dat klager ergens tussen de 180 en 300 dagen vóór de geboorte van I. gemeenschap heeft gehad met de moeder, hetgeen voldoende is voor het vaststellen van het vermoeden van vaderschap. In 2004 blijkt uit een DNA-test dat klager niet de biologische vader is van I. Hij verzoekt om de vaststelling van het vaderschap uit 1970 te laten herzien. I. heeft daartegen geen bezwaar, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.