Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 166
EHRM, 31-10-2006, nr. 41183/02
EHRM 31-10-2006, ECLI:NL:XX:2006:AZ8326
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
31 oktober 2006
- Magistraten
Bratza, Casadevall, Pellonpää, Maruste, Traje, Mijović, Šikuta
- Zaaknummer
41183/02
- LJN
AZ8326
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2006:AZ8326, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 31‑10‑2006
- Wetingang
Essentie
Jeličič tegen Bosnië-Herzegovina.
Klaagster heeft op de hoogrentende rekening van een staatsbank van de voormalige republiek Joegoslavië een bedrag in Duitse marken opgebouwd. De rechterlijke uitspraak waarbij de bank is veroordeeld tot betaling van het gespaarde bedrag is tot op heden niet geëxecuteerd. De staat Bosnië-Herzegovina, die (als een van de rechtsopvolgsters van Joegoslavië) uiteindelijk de betalingsverplichting van de inmiddels geprivatiseerde bank heeft overgenomen en tot staatsschuld heeft verklaard, weigert uitbetaling van dit zogeheten tegoed in ‘oud’ buitenlands geld, omdat de staat als hij deze gerechtelijke uitspraak na zou leven ook de overige aanspraken op zogeheten ‘oud’ buitenlands geld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.