Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 120
Verzoek tot vaststelling Nederlanderschap ex art. 17 RWN. Verkrijging Nederlanderschap van rechtswege op voet van art. 4 RWN: is postnatale erkenning met gerechtelijk bewijs verwekkerschap gelijk te stellen met gerechtelijke vaststelling vaderschap?
HR 26-01-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ1624
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 januari 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R05/125HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AZ1624
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ1624, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑01‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ1624, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑01‑2007
- Wetingang
Essentie
Verzoek tot vaststelling Nederlanderschap ex art. 17 RWN. Verkrijging Nederlanderschap van rechtswege op voet van art. 4 RWN: is postnatale erkenning met gerechtelijk bewijs verwekkerschap gelijk te stellen met gerechtelijke vaststelling vaderschap?
Arubaanse zaak. De wijziging van art. 4 van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN) waardoor een minderjarige vreemdeling die door een Nederlander wordt erkend niet langer van rechtswege Nederlander wordt, schiet haar doel (een dam opwerpen tegen zgn. schijnerkenningen) voorbij in gevallen waarin de erkenner in rechte aantoont dat hij de verwekker van het kind is. De RWN maakt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.