Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 130
WTBZ: procedure op voet art. 33: nadere vaststelling salaris advocaat en bevelschrift tot tenuitvoerlegging. De President van de Hoge Raad stelt het bedrag van het verschuldigde en onvergolden deel van de declaraties van de advocaat voorshands vast op het bedrag dat niet is betwist en beveelt de tenuitvoerlegging met bepaling dat tegen dit bevelschrift verzet kan worden gedaan binnen vier weken en stelt verder partijen in de gelegenheid zich uit te laten over een verweer van de cliƫnt nu de advocaat zich daarover nog niet heeft uitgelaten omdat partijen hebben afgezien van schriftelijke toelichting.
HR 26-01-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ6097
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 januari 2007
- Magistraten
Mr. E.J. Numann
- Zaaknummer
R06/071HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AZ6097
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ6097, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26ā01ā2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ6097, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26ā01ā2007
Essentie
WTBZ: procedure op voet art. 33: nadere vaststelling salaris advocaat en bevelschrift tot tenuitvoerlegging.
De President van de Hoge Raad stelt het bedrag van het verschuldigde en onvergolden deel van de declaraties van de advocaat voorshands vast op het bedrag dat niet is betwist en beveelt de tenuitvoerlegging met bepaling dat tegen dit bevelschrift verzet kan worden gedaan binnen vier weken en stelt verder partijen in de gelegenheid zich uit te laten over een verweer van de cliƫnt nu de advocaat zich daarover nog niet heeft uitgelaten omdat partijen hebben afgezien van schriftelijke toelichting.
Partij(en)
[Verzoeker] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.