De procesovereenkomst
Einde inhoudsopgave
De procesovereenkomst (BPP nr. XIII) 2012/11.3.8.3:11.3.8.3 Tussenconclusie
De procesovereenkomst (BPP nr. XIII) 2012/11.3.8.3
11.3.8.3 Tussenconclusie
Documentgegevens:
M.W. Knigge, datum 24-10-2012
- Datum
24-10-2012
- Auteur
M.W. Knigge
- JCDI
JCDI:ADS387171:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Als uitgangspunt geldt dat de Nederlandse rechter en arbiters in een arbitrage in Nederland zich niet mogen mengen in buitenlandse procedures, zodat een proce-deerverbod over het algemeen niet mogelijk is. Anders dan indien het een puur Nederlandse situatie betreft, is dit vertrouwen in het buitenlandse rechtssysteem echter geen onder alle omstandigheden vaststaand gegeven. Een partij heeft de mogelijkheid om aan te tonen dat dit vertrouwen in een specifiek geval niet gerechtvaardigd is. Indien het buitenlandse gerecht wel vertrouwen verdient, is een proce-deerverbod gebaseerd op een bevoegdheidsovereenkomst niet mogelijk. Het moet aan het buitenlandse gerecht worden overgelaten om het gedrag van een partij, die een procedure voor dit overduidelijk onbevoegde gerecht begint, aan te pakken.