De procesovereenkomst
Einde inhoudsopgave
De procesovereenkomst (BPP nr. XIII) 2012/11.7:11.7 Schadevergoeding bij schending van overige procesovereenkomsten
De procesovereenkomst (BPP nr. XIII) 2012/11.7
11.7 Schadevergoeding bij schending van overige procesovereenkomsten
Documentgegevens:
M.W. Knigge, datum 24-10-2012
- Datum
24-10-2012
- Auteur
M.W. Knigge
- JCDI
JCDI:ADS390707:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Indien een partij een verbintenis uit een andere procesovereenkomst dan een bevoegdheidsovereenkomst schendt, zal de schade vaak enkel bestaan uit proceskosten. De rechter in de primaire procedure zal de procesovereenkomst immers in principe afdwingen en hierdoor voorkomen dat meer schade ontstaat. Een voorbeeld is het royement. Partijen kunnen zelf de gevolgen van het royement bepalen en kunnen bijvoorbeeld overeenkomen dat de procedure hierdoor definitief is geëindigd. Indien een van de partijen de zaak vervolgens toch weer op de rol wil plaatsen, zal de rechter, indien de wederpartij een beroep doet op de overeenkomst, dit weigeren. De schade bestaat in dat geval dus enkel uit de proceskosten die deze wederpartij in het incident heeft moeten maken. In dergelijke gevallen komen de proceskosten in principe volledig voor vergoeding in aanmerking. Zij kunnen in een aparte procedure gevorderd worden. Het is echter verreweg het meest wenselijk indien de rechter bij de proceskostenveroordeling in de hoofdprocedure al met deze contractschending rekening houdt. Van een partij mag verwacht worden dat zij reeds in dit verband op deze schending een beroep doet.
In sommige gevallen zullen zich naast proceskosten nog andere schadeposten voordoen. Dit is bijvoorbeeld het geval indien een partij de verbintenis schendt om vrijwillig, zonder dagvaarding, in kort geding te verschijnen. De schade zal ten eerste bestaan uit de kosten die worden gemaakt doordat alsnog gedagvaard moet worden. Daarnaast lijdt de wederpartij schade als gevolg van het feit dat de voorlopige voorziening pas op een later tijdstip kan worden verkregen. Beide posten komen voor vergoeding in aanmerking.
In geval van schending van een verbintenis uit bewijsovereenkomst zal de schade vaak enkel bestaan uit proceskosten. Soms is zelfs onduidelijk of er wel schade is geleden. Dit doet zich voor indien partijen zijn overeengekomen om bepaalde stukken niet in het geding te brengen, en een van de partijen doet dit toch. De rechter zal de stukken in dat geval niet als bewijs gebruiken. Of de rechter de stukken wel onbewust in zijn beoordeling betrekt, zal over het algemeen niet vast te stellen zijn. Er is in dat geval dus geen (aantoonbare) schade. Schade is nog wel denkbaar indien de wederpartij andere belangen bij geheimhouding heeft dan enkel winst in de procedure. Deze partij wil bijvoorbeeld voorkomen dat derden van bepaalde gegevens op de hoogte raken. Dergelijke schade komt in principe voor vergoeding in aanmerking.