RvdW 2024/508:Medeplichtigheid aan medeplegen poging tot diefstal door bij auto op uitkijk te staan en medeverdachten via telefoon en/of portofoon te waarschuwen bij onraad, art. 45, 47 en 311 lid 1 onder 4 Sr. Bewijsklacht (zaak A). Kon hof gebruikmaken van schakelbewijs? HR herhaalt relevante overwegingen uit RvdW 2023/929, m.b.t. redengevendheid van schakelbewijs. Bewezenverklaring in zaak A houdt in dat verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest door bij auto op uitkijk te staan en medeverdachten via telefoon en/of portofoon te waarschuwen bij onraad. Deze bewezenverklaring berust in kern op oordeel van hof dat (i) het in zaken A en B om dezelfde dadergroep gaat, (ii) het niet anders kan dan dat verdachte in zaak A betrokken is geweest als persoon die aanvankelijk als enige in auto achterbleef en nadien bellend buiten auto is gezien, en (iii) verdachte op dat moment in contact stond met (een van) medeverdachte(n), in aanmerking genomen dat in zaak B verdachten contact hadden via de telefoon/portofoon en dat op pleegdatum in zaak A in auto telefoons en portofoons zijn aangetroffen. Hof heeft daarmee bewezenverklaarde medeplichtigheid van verdachte ontoereikend gemotiveerd. Wat betreft rol van verdachte in zaak B heeft hof immers niet meer vastgesteld dan dat verdachte aanwezig is geweest in flat van aangeefster in die zaak, geruime tijd na betreden van flat door medeverdachten, terwijl uit bewijsvoering niet volgt dat verdachte in zaak B van telefoon of portofoon gebruik heeft gemaakt en ook niet dat bij uitvoering van feit in zaak A telefoons of portofoons zijn gebruikt. Volgt partiƫle vernietiging en terugwijzing.