Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/515
Niet opzettelijk aanwezig hebben van heroïne en cocaïne, art. 2 onder C Opiumwet. 1. Bewijsklachten ‘aanwezig hebben’. 2. Strafmotivering (90 dagen hechtenis, waarvan 50 dagen voorwaardelijk), art. 359 lid 6 Sv. Heeft hof (onvoorwaardelijk opgelegd deel van) hechtenis voldoende gemotiveerd? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 23-04-2024, ECLI:NL:HR:2024:617
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 april 2024
- Magistraten
Mrs. M.J. Borgers, A.L.J. van Strien, M. Kuijer
- Zaaknummer
22/02992
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:617, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑04‑2024
ECLI:NL:PHR:2024:304, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 26‑03‑2024
Essentie
Niet opzettelijk aanwezig hebben van heroïne en cocaïne, art. 2 onder C Opiumwet. 1. Bewijsklachten ‘aanwezig hebben’. 2. Strafmotivering (90 dagen hechtenis, waarvan 50 dagen voorwaardelijk), art. 359 lid 6 Sv. Heeft hof (onvoorwaardelijk opgelegd deel van) hechtenis voldoende gemotiveerd? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 22/02992
Datum 23 april 2024
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 26 juli 2022, nummer 22-000415-21, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.