Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/79
Kort geding. Executiegeschil. Uitleg hypotheekakte en toepasselijke algemene bepalingen. Misbruik van bevoegdheid tot parate executie? Art. 3:13 en 3:268 lid 1 BW. Art. 81 lid 1 RO.
HR 20-12-2013, ECLI:NL:HR:2013:2134
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 december 2013
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.A. Loth, M.V. Polak
- Zaaknummer
13/00683
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Hypotheken (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:2134, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑12‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:1381, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑11‑2013
Essentie
Kort geding. Executiegeschil. Uitleg hypotheekakte en toepasselijke algemene bepalingen. Misbruik van bevoegdheid tot parate executie? Art. 3:13 en 3:268 lid 1 BW. Art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
[eiseres], eiseres tot cassatie, adv.: mr. P.S. Kamminga,
tegen
[verweerder], verweerder in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent:
In dit kort geding betreffende een verbod aan de hypotheekhouder om het recht van parate executie uit te oefenen gaat het in cassatie over de vraag of het hof een juiste uitleg heeft gegeven aan de hypotheekakte en de in de hypotheekakte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.