Einde inhoudsopgave
Herziene Rijnvaartakte
Artikel 45bis
Geldend
Geldend vanaf 14-04-1967
- Bronpublicatie:
20-11-1963, Trb. 1964, 83 (uitgifte: 18-06-1964, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-04-1967
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-06-1967, Trb. 1967, 72 (uitgifte: 01-01-1967, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
De in artikel 45 onder c bedoelde bevoegdheden van de Centrale Commissie worden uitgeoefend door een Kamer van Beroep, samengesteld uit een rechter en een rechter-plaatsvervanger voor iedere Overeenkomstsluitende Staat.
2.
De Centrale Commissie wijst voor de duur van 6 jaar de rechters en rechter-plaatsvervangers aan uit de personen die door iedere Overeenkomstsluitende Staat hiertoe worden voorgedragen en die een juridische opleiding moeten hebben ontvangen dan wel ervaren dienen te zijn op het gebied van de Rijnvaart.
3.
Iedere Staat kan voor de duur van ten minste een jaar afzien van het recht een rechter en een rechter-plaatsvervanger voor de Kamer van Beroep voor te dragen.
4.
Een lid van de Kamer van Beroep kan alleen worden ontheven van zijn functie door een met eenparigheid van stemmen genomen besluit van de Centrale Commissie. De leden van de Kamer van Beroep oefenen hun functie uit in volle onafhankelijkheid en zijn door geen enkele instructie gebonden. Zij kunnen geen zitting hebben in een zaak waarvan zij reeds eerder in een andere hoedanigheid kennis hebben genomen.
5.
De rechterplaatsvervanger vervangt de aangewezen rechter in geval van verhindering, vacature of wraking.
6.
De Kamer van Beroep kiest als zijn voorzitter een lid met een juridische opleiding. Zijn ambtsperiode bedraagt 3 jaar en kan worden verlengd.