Rechtsbescherming van ondernemers in aanbestedingsprocedures
Einde inhoudsopgave
Rechtsbescherming van ondernemers in aanbestedingsprocedures (R&P nr. VG7) 2013/2.2.5.1:2.2.5.1 Inleiding
Rechtsbescherming van ondernemers in aanbestedingsprocedures (R&P nr. VG7) 2013/2.2.5.1
2.2.5.1 Inleiding
Documentgegevens:
mr. A.J. van Heeswijck, datum 28-11-2013
- Datum
28-11-2013
- Auteur
mr. A.J. van Heeswijck
- JCDI
JCDI:ADS583211:1
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Europees aanbestedingsrecht
EU-recht / Rechtsbescherming
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Aanbestedingsrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
HvJ EG 16 december 1976, C-33-76 (Rewe); HvJ EG 16 december 1976, C-45/76 (Comet); HvJ EU 15 september 2011, C-310/09 (Accor), r.o. 79.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De procedurele autonomie van lidstaten wordt begrensd door een tweetal beginselen, het gelijkwaardigheidsbeginsel en het effectiviteitsbeginsel. Beide beginselen zijn door het HvJ geïntroduceerd in Rewe en Comet en behoren sindsdien tot de standaarduitrusting van het HvJ om onder meer de bescherming van de rechten die particulieren aan het Unierecht ontlenen te verzekeren.1 De criteria voor toepassing van de beginselen zijn met name in het laatste decennium van de vorige eeuw in jurisprudentie van het HvJ uitgewerkt. In paragraaf 2.5.2 wordt het gelijkwaardigheidsbeginsel besproken en in paragraaf 2.5.3 het effectiviteitsbeginsel.