Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 258
HR, 27-01-2009, nr. 07/13602 H
HR 27-01-2009, ECLI:NL:PHR:2009:BH1026
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 januari 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
07/13602 H
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BH1026
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BH1026, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑01‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BH1026, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑01‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑12‑2007
- Wetingang
Essentie
Kale DNA-match leidt in casu niet tot herziening. De verdenking is weliswaar ontstaan wegens gebruik van een — wegens schending van art. 17 Besluit DNA-onderzoek in strafzaken onregelmatig — nog in de bestanden voorkomend DNA-profiel van verdachte, maar vervolgens heeft diens verhoor plaatsgevonden na de cautie en zonder het direct voorhouden van dat DNA-spoor, tijdens welk verhoor verdachte heeft bekend. Bewijsuitsluiting daarvan is hierdoor niet op zijn plaats. Voorts geen vermoeden van noch klachten rond doelbewust of met grote veronachtzaming van verdachtes belangen handelen van het Openbaar Ministerie tot een en ander. Derhalve geen herziening.