Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 245
HR, 30-01-2009, nr. 08/04395
HR 30-01-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG5287
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 januari 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
08/04395
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BG5287
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BG5287, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑01‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BG5287, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑01‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑10‑2008
- Wetingang
Wet Bopz art. 2
Essentie
Wet Bopz. Voorlopige machtiging; plaatsgebrek in instelling?: gevaarscriterium: disproportionaliteit tussen verzochte vrijheidsbeneming en ernst gevreesde gevaar.
Het oordeel van de rechtbank moet aldus worden verstaan dat het door de stoornis van zijn geestesvermogens voor betrokkene zelf veroorzaakte gevaar niet zou worden afgewend door de verlangde gedwongen opneming, in aanmerking genomen dat moet worden gerekend met een wachttijd van minstens een jaar voordat begonnen kan worden met een op de problematiek van betrokkene gerichte behandeling, en dat een met vrijheidsbeneming gepaard gaande opneming enkel teneinde de druk op de psychische gezondheid van de ouders van betrokkene weg te nemen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.