Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/1111 betreffende de bevoegdheid, de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en betreffende internationale kinderontvoering
Artikel 36 Afgifte van het certificaat
Geldend
Geldend vanaf 22-07-2019
- Bronpublicatie:
25-06-2019, PbEU 2019, L 178 (uitgifte: 02-07-2019, regelingnummer: 2019/1111)
- Inwerkingtreding
22-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-2019, PbEU 2019, L 178 (uitgifte: 02-07-2019, regelingnummer: 2019/1111)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Personen- en familierecht / Europees personen- en familierecht
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
1.
Het gerecht van een lidstaat van herkomst, zoals overeenkomstig artikel 103 ter kennis van de Commissie gebracht, geeft op verzoek van een partij een certificaat af voor:
- a)
een beslissing in huwelijkszaken aan de hand van het formulier in bijlage II;
- b)
een beslissing inzake ouderlijke verantwoordelijkheid aan de hand van het formulier in bijlage III;
- c)
een beslissing waarmee de terugkeer van het kind wordt gelast als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), en, waar van toepassing, voorlopige en bewarende maatregelen die zijn gelast overeenkomstig artikel 27, lid, 5, en die samenhangen met de beslissing aan de hand van het formulier in bijlage IV.
2.
Het certificaat wordt in de taal van de beslissing opgesteld en afgegeven. Het certificaat mag op vraag van de partij ook worden afgegeven in een andere officiële taal van de instellingen van de Europese Unie. Dit creëert geen verplichting voor het gerecht dat het certificaat afgeeft om voor een vertaling of transliteratie van de vertaalbare inhoud van de vrije tekstvelden te zorgen.
3.
Tegen de afgifte van het certificaat staat geen rechtsmiddel open.