Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/1113
Profijtontneming, telen en aanwezig hebben hennepplanten in woning (art. 3.B en 3.C Opiumwet) en diefstal elektriciteit (art. 311 Sr). HR herhaalt relevante overweging uit NJ 2002/124, m.nt. Mevis m.b.t. kosten die voor aftrek van het w.v.v. in aanmerking komen. De omstandigheid dat de vordering van A als b.p. niet is toegewezen, kan de verwerping van het verweer niet dragen. Daaruit kan immers niet worden afgeleid dat de door A in rekening gebrachte kosten niet kunnen gelden als kosten die in directe relatie staan tot het bewezenverklaarde delict, dan wel dat die kosten wel als zodanig kunnen gelden maar voor rekening van de betrokkene dienen te blijven. Volgt vernietiging en terugwijzing. Samenhang met 19/02390.
HR 06-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1560
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 oktober 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
19/02392
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1560, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑10‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:721, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑08‑2020
Essentie
Profijtontneming, telen en aanwezig hebben hennepplanten in woning (art. 3.B en 3.C Opiumwet) en diefstal elektriciteit (art. 311 Sr). HR herhaalt relevante overweging uit NJ 2002/124, m.nt. Mevis m.b.t. kosten die voor aftrek van het w.v.v. in aanmerking komen. De omstandigheid dat de vordering van A als b.p. niet is toegewezen, kan de verwerping van het verweer niet dragen. Daaruit kan immers niet worden afgeleid dat de door A in rekening gebrachte kosten niet kunnen gelden als kosten die in directe relatie staan tot het bewezenverklaarde delict, dan wel dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.