Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/1091
Cassatieprocesrecht. Niet-ontvankelijkheid. Verzoekschrift niet ondertekend door advocaat bij de Hoge Raad. Art. 426a lid 1 Rv.
HR 09-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1596
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 oktober 2020
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
20/01535
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1596, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑10‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:713, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑07‑2020
Essentie
Cassatieprocesrecht. Niet-ontvankelijkheid. Verzoekschrift niet ondertekend door advocaat bij de Hoge Raad. Art. 426a lid 1 Rv.
Partij(en)
BESCHIKKING In de zaak van [verzoeker], wonende te [woonplaats], VERZOEKER tot cassatie, hierna: [verzoeker].
Conclusie
Conclusie plv. P-G mr. F.F. Langemeijer:
1. Procesverloop
1.1
Bij brief van 20 april 2020, ter griffie van de Hoge Raad ontvangen op 21 april 2020, heeft verzoeker te kennen gegeven beroep in cassatie in te stellen tegen de uitspraak die de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam op 20 maart 2020 heeft gedaan op het door hem ingestelde verzet. Het verzet was ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.