Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/1120
Het door een schapenhouder nalaten van registratie van 1038 dode/afgevoerde schapen in het I&R-systeem dat tot stand gekomen is t.b.v. de bestrijding van besmettelijke dierziekten (art. 96 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren). Bewijsklacht t.a.v. niet in het voordeel van verdachte meewegen van ingediende maar later weer ingetrokken meldingen. HR: art. 81.1 RO.
HR 06-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1425
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 oktober 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
19/05447
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1425, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑10‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:731, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑08‑2020
Essentie
Het door een schapenhouder nalaten van registratie van 1038 dode/afgevoerde schapen in het I&R-systeem dat tot stand gekomen is t.b.v. de bestrijding van besmettelijke dierziekten (art. 96 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren). Bewijsklacht t.a.v. niet in het voordeel van verdachte meewegen van ingediende maar later weer ingetrokken meldingen. HR: art. 81.1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/05447 E
Datum 6 oktober 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, economische kamer, van 27 november 2019, nummer 21-004788-18, in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.