Einde inhoudsopgave
Vorderingswet
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 15-02-1963
- Bronpublicatie:
12-12-1962, Stb. 1962, 587 (uitgifte: 01-01-1962, kamerstukken: 5348 )
- Inwerkingtreding
15-02-1963
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-02-1963, Stb. 1963, 30 (uitgifte: 01-01-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Financiën
Ministerie van Justitie
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Onteigeningsrecht / Onteigening
Een als gevolg van een vordering ontstaan recht tot gebruik van een zaak, dat nog bestaat bij het vervallen van de bevoegdheid, krachtens welke die vordering is gedaan, blijft bestaan tot zes maanden nadat vorenbedoelde bevoegdheid is vervallen, tenzij het eerder een einde neemt door het verstrijken van de termijn, waaraan zijn duur in de vorderingsbeschikking was gebonden of als gevolg van toepassing van artikel 20.