Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/513
Ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel uit hennepteelt. Oordeel hof dat betrokkene wederrechtelijk voordeel heeft verkregen uit negen oogsten in de periode van augustus 2007 tot 28 mei 2009 in bepaalde woning is niet zonder meer begrijpelijk gelet op de door hof gebruikte getuigenverklaring.
HR 31-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:555
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 maart 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, M. Kuijer
- Zaaknummer
18/02351 P
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:555, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:130, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑02‑2020
Essentie
Ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel uit hennepteelt. Oordeel hof dat betrokkene wederrechtelijk voordeel heeft verkregen uit negen oogsten in de periode van augustus 2007 tot 28 mei 2009 in bepaalde woning is niet zonder meer begrijpelijk gelet op de door hof gebruikte getuigenverklaring.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/02351 P
Datum 31 maart 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 23 mei 2018, nummer 21/007475-13, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste
van
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.