RvdW 2023/186:Ontvankelijkheid cassatieberoep, art. 437 lid 2 Sv. Schriftuur te laat. Had afschrift van aanzegging verzonden moeten worden naar het in cassatieakte opgegeven kantooradres van raadsman of noopte art. 48 Sv tot versturen van afschrift daarvan aan raadsman? HR: art. 437 lid 2 Sv bepaalt binnen welke termijn een advocaat namens verdachte een schriftuur met middelen bij HR moet indienen. Aan die verplichting is niet voldaan. Aanzegging a.b.i. art. 435 lid 1 Sv is immers op 25 juni 2022 aan verdachte in persoon uitgereikt op adres waarop hij als ingezetene in BRP stond ingeschreven. Nu advocaat zich pas op 20 september 2022 heeft gesteld als raadsman van verdachte in cassatie, bestond t.t.v. betekening van aanzegging o.g.v. art. 48 Sv niet plicht tot toezenden van afschrift daarvan aan raadsman. HR kan beroep van verdachte dus niet in behandeling nemen. Verdachte n-o.