De invloed van het EVRM op het ondernemingsrecht
Einde inhoudsopgave
De invloed van het EVRM op het ondernemingsrecht (IVOR nr. 91) 2012/4.3.9.1:4.3.9.1 Inleiding
De invloed van het EVRM op het ondernemingsrecht (IVOR nr. 91) 2012/4.3.9.1
4.3.9.1 Inleiding
Documentgegevens:
mr. A.J.P. Schild, datum 06-11-2012
- Datum
06-11-2012
- Auteur
mr. A.J.P. Schild
- JCDI
JCDI:ADS388874:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Per 13 juni 2012 is de Wet bijzondere maatregelen financiële ondernemingen (hierna: de Interventiewet) in werking getreden.1 Met deze wet zijn nieuwe bevoegdheden gecreëerd voor de Minister van Financiën en De Nederlandsche Bank (DNB) om in te grijpen bij Nederlandse financiële ondernemingen die in moeilijkheden verkeren.2 Zowel Boek 2 BW als de Wft zijn daartoe gewijzigd. De Interventiewet introduceert onder meer de bevoegdheid tot onteigening van de aandelen van de financiële instelling die in moeilijkheden verkeert (hierna ook: de probleeminstelling). Vooral waar het de onteigeningsbevoegdheden van DNB betreft zijn de probleeminstelling en haar aandeelhouders beperkt in hun rechtsmiddelen. Dat roept de vraag op of het ontwerp van de Interventiewet nog wel voldoet aan de eisen die het EHRM stelt.