HvJ EG, 13-12-2005, nr. C-446/03

Documentgegevens:

HvJ EG 13-12-2005, ECLI:EU:C:2005:763

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
Datum: 13 december 2005
Magistraten: V. Skouris, P. Jann, C.W.A. Timmermans, A. Rosas, C. Gulmann A. La Pergola, J.-P. Puissochet, R. Schintgen, N. Colneric, J. Klučka, U. Lõhmus, E. Levits en A. Ó Caoimh
Zaaknummer: C-446/03
Conclusie: A.-G. M. Poiares Maduro
LJN: AU7899
Vakgebied(en): Vennootschapsbelasting (V)
EU-recht (V)
Brondocumenten: ECLI:EU:C:2005:763, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 13‑12‑2005
ECLI:EU:C:2005:201, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 07‑04‑2005
Wetingang: EG-Verdrag art. 43; EG-Verdrag art. 48

Essentie

Marks & Spencer plc tegen Her Majesty's Inspector of Taxes

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de High Court of Justice (England and Wales), Chancery Division (Verenigd Koninkrijk), bij beslissing van 16 juli 2003.

Vennootschapsbelasting — Vennootschapsgroepen — Winst van moedervennootschappen — Aftrek van verlies van ingezeten dochtervennootschap en van in andere lidstaat geleden verlies van niet-ingezeten dochtervennootschap

De artikelen 43 en 48 EG staan bij de huidige stand van het gemeenschapsrecht niet in de weg aan een wettelijke regeling van een lidstaat, volgens welke het voor een ingezeten moedervennootschap algemeen niet mogelijk is, het verlies van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.