Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 207
Hoor en wederhoor; kort vóór of ter gelegenheid van terechtzitting overgelegde bescheiden. Klachten over onvolledigheid proces-verbaal terechtzitting. Gerechtelijke erkentenis; maatstaf. Handelsnaam; rechterlijk bevel tot wijziging verboden handelsnaam; ontoelaatbaar onduidelijk?
HR 17-02-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU4616
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 februari 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, J.C. van Oven, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R05/032HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AU4616
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU4616, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑02‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU4616, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑02‑2006
- Wetingang
EVRM art. 6; Rv art. 19; Rv art. 154 lid 1; Hnw art. 5; Hnw art. 6
Essentie
Hoor en wederhoor; kort vóór of ter gelegenheid van terechtzitting overgelegde bescheiden. Klachten over onvolledigheid proces-verbaal terechtzitting. Gerechtelijke erkentenis; maatstaf. Handelsnaam; rechterlijk bevel tot wijziging verboden handelsnaam; ontoelaatbaar onduidelijk?
De fundamentele regel van hoor en wederhoor die meebrengt dat de rechter in een civiele procedure slechts mag beslissen aan de hand van stukken tot kennisneming waarvan en uitlating waarover aan partijen voldoende gelegenheid is geboden, heeft ook betrekking op het kennis kunnen nemen van en adequaat kunnen reageren op bescheiden die (kort) vóór of bij gelegenheid van een terechtzitting waarop zij aan de orde komen, worden overgelegd. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.