RvdW 2019/510:Eenvoudige belediging. De HR herhaalt overwegingen uit NJ 2016/346 m.b.t. tot het klachtvereiste in art. 269 Sr en uit ECLI:NL:HR:2018:2242 m.b.t. de in de wet genoemde klachttermijn. Het oordeel dat de bedoeling bestond dat een vervolging tegen verdachte zou worden ingesteld en dat de enkele omstandigheid dat aangever toen niet was voorzien van een bijzondere schriftelijke volmacht a.b.i. art. 164 lid 1 Sv niet in de weg staat aan de vervolging van verdachte voor smaad dan wel eenvoudige belediging is niet onjuist.