Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/518
Profijtontneming. De klacht dat het hof bij de bepaling van de omvang van het bedrag waarop het w.v.v. wordt geschat, niet de deels betaalde elektriciteitsrekening in mindering heeft gebracht is op de in CAG vermelde gronden terecht voorgesteld (onderbouwd is aangevoerd dat betrokkene een deel van de elektriciteitsrekening daadwerkelijk heeft betaald en hij daarmee kosten heeft gemaakt die in directe relatie staan tot de hennepteelt).
HR 09-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:542
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 april 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
18/01265
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:542, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:129, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑2019
Essentie
Profijtontneming. De klacht dat het hof bij de bepaling van de omvang van het bedrag waarop het w.v.v. wordt geschat, niet de deels betaalde elektriciteitsrekening in mindering heeft gebracht is op de in CAG vermelde gronden terecht voorgesteld (onderbouwd is aangevoerd dat betrokkene een deel van de elektriciteitsrekening daadwerkelijk heeft betaald en hij daarmee kosten heeft gemaakt die in directe relatie staan tot de hennepteelt).
Partij(en)
9 april 2019
Strafkamer
nr. S 18/01265 P
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 11 september 2017, nummer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.