Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/497
Procesrecht. Vervolg op HR 11 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:36. Niet voldaan aan door de Hoge Raad bevolen zekerheidstelling voor de proceskosten in cassatie. Niet-ontvankelijkheid.
HR 12-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:592
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 april 2019
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/02704
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:592, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:348, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑02‑2019
ECLI:NL:HR:2019:36, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1221, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑07‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑06‑2018
Essentie
Procesrecht. Vervolg op HR 11 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:36. Niet voldaan aan door de Hoge Raad bevolen zekerheidstelling voor de proceskosten in cassatie. Niet-ontvankelijkheid.
Partij(en)
12 april 2019
Eerste Kamer
18/02704
TT/ABG
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[verzoekster] , wonende te [woonplaats] , Verenigde Arabische Emiraten,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. J. van Weerden,
t e g e n
Pieter Rudolf DEKKER, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [A] , kantoorhoudende te Rosmalen,
VERWEERDER in cassatie,
advocaten: mr. A.C. van Schaick en
mr. N.E. Groeneveld-Tijssens.
Partijen zullen hierna ook worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.