Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/28
Fraude met aanvragen KOT. Middelen over 1. afwijzen verzoek tot het horen van getuige en 2. de wijze waarop het zittingsverbaal in hoger beroep is opgemaakt, nu de wet geen zogenoemd ‘verzamelproces-verbaal’ kent. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 26-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1853
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 november 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
18/03123
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Bijzonder strafrecht / Sociale zekerheid
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Kinderopvang
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1853, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:990, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑10‑2019
Essentie
Fraude met aanvragen KOT. Middelen over 1. afwijzen verzoek tot het horen van getuige en 2. de wijze waarop het zittingsverbaal in hoger beroep is opgemaakt, nu de wet geen zogenoemd ‘verzamelproces-verbaal’ kent. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/03123
Datum 26 november 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 27 maart 2018, nummer 23/004660-14, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1. Bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.