Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/25
1. Konden de uitlatingen van verdachte bij aangever naar objectieve maatstaven de redelijke vrees doen ontstaan dat hij het leven zou verliezen? 2. Verwerping beroep op vrijwillige terugtred (at. 46b Sr) bij voorbereiding van een inbraak. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 26-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1792
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 november 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/01652
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1792, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:988, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑10‑2019
Essentie
1. Konden de uitlatingen van verdachte bij aangever naar objectieve maatstaven de redelijke vrees doen ontstaan dat hij het leven zou verliezen? 2. Verwerping beroep op vrijwillige terugtred (at. 46b Sr) bij voorbereiding van een inbraak. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/01652
Datum 26 november 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 20 november 2017, nummer 22/003216-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994,
hierna: de verdachte.