Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/11
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Procesrecht. Onverschuldigde betaling. Omkering van de bewijslast.
HR 29-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1859
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 november 2019
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
18/04576
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1859, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:1139, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑10‑2019
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Procesrecht. Onverschuldigde betaling. Omkering van de bewijslast.
Partij(en)
1. DE STICHTING (HUID)KLINIEK ZUID, gevestigd te Rotterdam, 2. [eiseres 2], wonende te [woonplaats], 3. [eiser 3], wonende te [woonplaats] EISERS tot cassatie, hierna gezamenlijk: HKZ c.s., advocaat: mr. J.P. Heering, tegen 1. DE ONDERLINGE WAARBORGMAATSCHAPPIJ DSW ZORGVERZEKERAAR U.A., gevestigd te Schiedam, 2. DE ONDERLINGE WAARBORGMAATSCHAPPIJ O.W.M. STAD HOLLAND ZORGVERZEKERAAR U.A., gevestigd te Schiedam, VERWEERSTERS in cassatie, hierna gezamenlijk: DSW c.s., advocaat: mr. K. Teuben.