Cessie
Einde inhoudsopgave
Cessie (O&R nr. 70) 2012/XI.6.3.5:XI.6.3.5 Art. 3:176 BW: meldingsplicht
Cessie (O&R nr. 70) 2012/XI.6.3.5
XI.6.3.5 Art. 3:176 BW: meldingsplicht
Documentgegevens:
mr. M.H.E. Rongen, datum 01-10-2011
- Datum
01-10-2011
- Auteur
mr. M.H.E. Rongen
- JCDI
JCDI:ADS355265:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Algemeen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zo ook: Biemans 2011, nr. 252.
Zie art. 3:246 lid 1 en art. 3:210 lid 1 BW.
Zie § X.4.2 en § XI.7. In de opvatting dat de accessoire zekerheidsrechten overgaan naar het vermogen van de pandhouder of vruchtgebruiker (zie nr. 977), is art. 3:176 lid 1 BW rechtstreeks van toepassing, aangezien de pandhouder of vruchtgebruiker in dat geval moet worden aangemerkt als verkrijger van een aandeel in het zekerheidsrecht
Zie TM, Parl. Gesch. Boek 3, p. 597.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
1069. Verplichting tot melding van de verkrijging van een aandeel in het gemeenschappelijk hypotheekrecht. De verkrijger van een aandeel in het gemeenschappelijke hypotheekrecht dient op grond van art. 3:176 BW van zijn verkrijging onverwijld mededeling te doen aan de overige deelgenoten of aan degene die met het beheer over het hypotheekrecht is belast. Dit kan voor de cessionaris van belang zijn in het geval de cedent een van zijn andere onder de bank- of krediethypotheek vallende vorderingen aan een derde overdraagt.
Dezelfde verplichting rust op degene die een beperkt recht op een aandeel in een gemeenschappelijk goed verkrijgt. In geval van een gemeenschappelijk hypotheekrecht moet worden gedacht aan een openbaar pandhouder of vruchtgebruiker van een van de door het gemeenschappelijk hypotheekrecht gesecureerde vorderingen. Hoewel het pandrecht of het recht van vruchtgebruik niet (mede) komt te rusten op het aandeel van de pand- of vruchtgebruikgever in het hypotheekrecht, is de regeling van art. 3:176 BW mijns inziens wel van (overeenkomstige) toepassing.1 De openbaar pandhouder en de vruchtgebruiker zijn immers in het kader van hun inningsbevoegdheid2 bevoegd om de rechten uit te oefenen die de pand- of vruchtgebruikgever kan ontlenen aan zijn aandeel in de aan de vordering verbonden zekerheidsrechten.3
Het aandeel in het hypotheekrecht wordt verkregen onder de last aan de gemeenschap te vergoeden wat de vervreemder haar schuldig was. De vervreemder en de verkrijger zijn ter zake van deze vergoeding hoofdelijk verbonden (art. 3:176 lid 2 BW). Het niet naleven van de meldingsplicht heeft tot gevolg dat de verkrijger gehouden is de schade te vergoeden die de overige deelgenoten daardoor zouden kunnen lijden.4