Cessie
Einde inhoudsopgave
Cessie (O&R nr. 70) 2012/XI.4:XI.4 De jurisprudentie van de Hoge Raad
Cessie (O&R nr. 70) 2012/XI.4
XI.4 De jurisprudentie van de Hoge Raad
Documentgegevens:
mr. M.H.E. Rongen, datum 01-10-2011
- Datum
01-10-2011
- Auteur
mr. M.H.E. Rongen
- JCDI
JCDI:ADS354050:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Algemeen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
1035. Inleiding. De vraag naar de overgang van bank- en kredietzekerheden is aan de orde gekomen in een tweetal arresten van de Hoge Raad uit 1927 en 1988. Vaak wordt ter onderbouwing van de ‘oude’ leer een beroep gedaan op deze arresten. Uit de arresten zou volgen dat ook de Hoge Raad de opvatting is toegedaan dat een bank- of krediethypotheekrecht in geval van cessie niet op de cessionaris overgaat, indien de bank- of kredietrelatie na de cessie blijft voortduren. In het onderstaande zal ik betogen dat deze conclusie te voorbarig is.
XI.4.1 HR 14 april 1927, NJ 1927, 763 (Bodengravensche Bankvereeniging/Kiebert)XI.4.2 HR 16 september 1988, NJ 1989, 10 (Onderdrecht/FGH en PHP)