Einde inhoudsopgave
Binnenvaartregeling
Artikel 3.4
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
06-12-2023, Stcrt. 2023, 33917 (uitgifte: 20-12-2023, regelingnummer: IENW/BSK-2023/362052)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2023, Stcrt. 2023, 33917 (uitgifte: 20-12-2023, regelingnummer: IENW/BSK-2023/362052)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
In afwijking van artikel 3.2, eerste lid, bedraagt voor duwstellen met een lengte van ten hoogste 86 meter de minimaal te behalen snelheid ten opzichte van het water ten minste:
- a.
11 km/h op zone 3-wateren;
- b.
10 km/h op zone 4-wateren, tenzij daar een maximumsnelheid van minder dan 10 km/h geldt. In dat geval stelt de minister voor het betreffende duwstel een andere minimaal te behalen snelheid vast.
2.
In afwijking van artikel 3.2, eerste lid, is het toegestaan om een duwstel, met een lengte van ten hoogste 86 meter en van een duwsteven voorzien, op de zones drie en vier zonder hekankers te gebruiken en te volstaan met de in artikel 13.01, eerste lid, van ES-TRIN, bedoelde boegankers.
3.
Artikel 3.2 is niet van toepassing op:
- a.
Amsterdamse dekschuiten, mits zij voldoen aan de technische voorschriften van bijlage 3.2;
- b.
rondvaartboten van het Amsterdamse grachtentype, mits zij voldoen aan de technische voorschriften van bijlage 3.3;
- c.
open rondvaartboten, mits zij voldoen aan de technische voorschriften van bijlage 3.4;
- d.
skûtsjes, mits zij voldoen aan de technische voorschriften van bijlage 3.5;
- e.
veerponten, mits zij voldoen aan de technische voorschriften van bijlage 3.6;
- f.
veerboten en passagiersschepen die een openbaar vervoersdienst onderhouden tussen plaatsen gelegen aan de Dollard, de Eems, de Waddenzee met inbegrip van de verbindingen met de Noordzee, of de Westerschelde en de zeemonding daarvan, mits zij voldoen aan de technische voorschriften van bijlage 3.7;
- g.
bunkerstations, mits zij voldoen aan de technische voorschriften van bijlage 3.8;
- h.
patrouillevaartuigen, mits zij voldoen aan de technische voorschriften van bijlage 3.9;
- i.
kleine drijvende werktuigen, mits zij voldoen aan de technische voorschriften van bijlage 3.12.