Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/769
Strafoplegging. Terechte klacht dat hof heeft nagelaten ex art. 62 Sr aan te geven welke straf is opgelegd voor de bewezenverklaarde overtreding van art. 107 WVW 1994. HR leest de strafoplegging verbeterd waardoor het middel niet tot cassatie kan leiden. Volgt verwerping.
HR 18-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:979
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 juni 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
17/04990
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:979, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:661, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑04‑2019
Partij(en)
18 juni 2019
Strafkamer
nr. S 17/04990
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 15 september 2016, nummer 21/007261-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983.