Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/294
Opzettelijk onjuist doen aangiften omzetbelasting (art. 69 AWR) en valsheid in geschrift, meermalen gepleegd (art. 225 Sr). Middelen m.b.t. bewijsvoering en strafmotivering. HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 7 andere zaken.
HR 02-03-2021, ECLI:NL:HR:2021:319
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 maart 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, M. Kuijer
- Zaaknummer
19/00597
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Omzetbelasting / Algemeen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:319, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑03‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:192, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑01‑2021
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/00597
Datum 2 maart 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 30 januari 2019, nummer 21-006089-15, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
1. Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.