RvdW 2021/313:Rijden zonder rijbewijs, art. 107 lid 1 WVW 1994. Ontvankelijkheid hoger beroep. Hof (enkelvoudige kamer) heeft verdachte n-o verklaard in zijn h.b. op de grond dat geen sprake is van rechtsgeldige machtiging van raadsvrouw van verdachte. Uit akte h.b. blijkt dat raadsvrouw overeenkomstig art. 450 lid 1 onder a Sv ter griffie van Rb is verschenen voor instellen van h.b. Van schriftelijke volmacht a.b.i. art. 450 lid 3 Sv was dus geen sprake. ’s Hofs oordeel is daarom niet begrijpelijk. Volgt vernietiging en terugwijzing.