De minister en staatssecretarissen van Financiën hebben op Prinsjesdag het wetsvoorstel Belastingplan 2024 (36418) bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel is een onderdeel van het pakket Belastingplan 2024. De wet is op 1 januari 2024 in werking getreden.
Inkomstenbelasting
Tarieven box 1/loonbelasting
⁃
Het tarief in de eerste schijf wordt 36,97% (2023: 36,93%). Het tarief in de tweede schijf blijft 49,50%.
⁃
Voor belastingplichtigen ouder dan de AOW-leeftijd geldt een tarief in de eerste schijf van 19,07% (2023: 19,03%). Het tarief in de tweede schijf wordt 36,97% (2023: 36,93%). Het tarief in de derde schijf blijft 49,50%.
⁃
Het aanvangspunt van het toptarief en de tweede schijf voor gepensioneerden in de IB wordt verlaagd door deze bedragen slechts beperkt te indexeren. De grens komt op € 75.624.
Heffingskortingen
⁃
De arbeidskorting wordt met € 115 verhoogd.
⁃
De halvering van de jonggehandicaptenkorting waartoe eerder is besloten, wordt geschrapt.
⁃
De co-ouderschapsregeling voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK), die momenteel is opgenomen in de Uitv. Reg. IB 2001, wordt in de wet opgenomen en aangepast. Co-ouders kunnen vanaf 1 januari 2024 alleen beiden in aanmerking komen voor de IACK als zij de zorg voor een kind gedurende het kalenderjaar gelijkelijk hebben verdeeld. Concreet is de eis in het voorstel dat het kind ten minste 156 dagen van het kalenderjaar in elk van beide huishoudens verblijft. Er moet worden voldaan aan de inschrijvingseis. Dit betreft reparatie van HR 30 september 2022 (V-N 2022/42.3).
⁃
De formele inschrijvingseis van de IACK wordt met ingang van 1 januari 2025 vervangen door een materiële toets. Deze wijziging geldt voor de gevallen die onder het overgangsrecht uit het Belastingplan 2023 (V-N 2023/5.3.1) vallen.
Diversen box 1
⁃
Er komt een afschrijvingsbeperking in de winstsfeer van de IB. In de IB gaat dan eveneens de WOZ-waarde als bodemwaarde voor gebouwen in eigen gebruik gelden. Na deze wijziging geldt voor alle gebouwen die als bedrijfsmiddel worden gebruikt een afschrijving tot maximaal de WOZ-waarde, ongeacht of het een gebouw in eigen gebruik of ter belegging is en ongeacht of het in een IB-onderneming (of in de resultaatsfeer) of een in onder de VPB vallend lichaam (VPB-plichtig lichaam) wordt gebruikt.
⁃
De horizonbepalingen van de energie-investeringsaftrek (EIA), milieu-investeringsaftrek (MIA) en Vamil worden verlengd tot 1 januari 2029. Zonder deze verlengingen zouden deze regelingen per 1 januari 2024 vervallen.
⁃
Vanaf 1 januari 2024 wordt het aftrekpercentage energie-investeringsaftrek (EIA) structureel verlaagd van 45,5% naar 40%.
⁃
Het gebruik van de herinvesteringsreserve wordt in meer gevallen mogelijk dan thans geldt, zoals voor onder andere ten gevolge van overheidsingrijpen stoppende agrariërs. Toepassing van de herinvesteringsreserve voor ondernemers in de IB wordt mogelijk gemaakt over de ondernemingsgrens heen in geval van een gedeeltelijke staking als gevolg van overheidsingrijpen.
⁃
Het percentage van de MKB-winstvrijstelling wordt verlaagd van 14% naar 12,7%.
⁃
Er komt een eenvoudiger systeem waarin het mogelijk is om rechtstreeks een gift te doen vanuit een vennootschap. Het bedrag van een door een vennootschap aan een ANBI gedane gift wordt niet in aanmerking genomen als een tot het inkomen van de aanmerkelijkbelanghouder te rekenen voordeel in box 2 of als opbrengst voor de dividendbelasting, tenzij de bedragen niet rechtstreeks worden gedaan door de vennootschap, maar bijvoorbeeld door de aanmerkelijkbelanghouder zelf of sprake is van bevoordelingen of bijdragen in contant geld. Een door een vennootschap aan een ANBI gedane gift is niet aftrekbaar, ook niet voor zover de gift lager is dan het huidige wettelijke maximum van 50% van de winst en van € 100.000.
⁃
De forfaits voor zakelijke kilometers gaan naar € 0,23. Het gaat onder andere om de aftrekbaarheid van de reiskosten van IB-ondernemers en resultaatgenieters met een vervoermiddel dat behoort tot het privévermogen. Ook gaat het om aftrek specifieke zorgkosten voor reiskosten ziekenbezoek, kilometervergoeding voor weekenduitgaven gehandicapten, en de giftenaftrek als een vrijwilliger afziet van reiskostenvergoeding.
Box 3
⁃
Het tarief in box 3 wordt al met ingang van 1 januari 2024 verhoogd van 32% naar 34%. In 2025 blijft het tarief 34%.
⁃
Het heffingvrije vermogen in box 3 wordt niet geïndexeerd met ingang van 1 januari 2024. Daardoor blijft het heffingvrije vermogen € 57.000 (€ 114.000 voor fiscale partners gezamenlijk).
⁃
Het aandeel in het vermogen van een VvE wordt in de periode van de overbruggingswet box 3 (met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023) in de categorie banktegoeden geplaatst.
⁃
Het aandeel in het vermogen op de derdengeldenrekening van een notaris wordt tijdens de periode van de overbruggingswet box 3 (met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023) in de categorie banktegoeden geplaatst.
⁃
Vorderingen en schulden tussen fiscaal partners en tussen ouders en minderjarige kinderen worden met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023 gedefiscaliseerd. Dit betekent dat deze vorderingen en schulden niet meer in de belastingaangifte hoeven te worden vermeld. Bij ouders en minderjarige kinderen gaat het dan alleen om de situatie waarin het inkomen van het minderjarige kind aan de ouders wordt toegerekend omdat alleen dan sprake is van dezelfde aangifte.
⁃
De berekeningsmethodiek voor het effectieve rendementspercentage bij fiscaal partners wordt in de wet verduidelijkt naar aanleiding van een artikel in WFR 2022/224. Met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023 wordt expliciet in de wettekst opgenomen dat voor de berekening van het effectieve rendementspercentage bij fiscale partners wordt uitgegaan van de gezamenlijke rendementsgrondslag (V-N 2022/56.4). Hiermee is geen inhoudelijke wijziging beoogd.
Loonbelasting
⁃
Het maximale onbelaste bedrag van de reiskostenvergoeding wordt per 1 januari 2024 verhoogd naar € 0,23 per zakelijke kilometer.
⁃
De huidige twee regelingen voor het onbelast verstrekken van OV-abonnementen door werkgevers worden vervangen door één vrijstelling. Het privégebruik van een OV-kaart die wordt vergoed, verstrekt of ter beschikking gesteld wordt gericht vrijgesteld, mits de werknemer de OV- kaart ook (in welke mate dan ook) voor zakelijke reizen (waaronder woon-verkeer) gebruikt.
Vennootschapsbelasting
De specifieke renteaftrekbeperking voor banken en verzekeraars (minimumkapitaalregel in de Wet VPB 1969) wordt op technische punten aangepast. De minimumkapitaalregel wordt zodanig aangepast dat rentelasten op schulden aan groepslichamen voortaan onder voorwaarden niet in aftrek worden beperkt. Met andere woorden rentelasten op schulden aan groepslichamen worden onder voorwaarden aftrekbaar. Het percentage van de minimumkapitaalregel dat niet aftrekbaar is, wordt verhoogd van 9% naar 10,6%.
Belastingen van rechtsverkeer
De zogenoemde samenloopvrijstelling in de overdrachtsbelasting wordt gewijzigd zodat in ieder geval heffing van overdrachtsbelasting (4%) plaatsvindt bij de verkrijging van nieuwe onroerende zaken of rechten waaraan deze zijn onderworpen via een (kwalificerend) aandelenbelang als de achterliggende nieuwe onroerende zaken op dat moment voor minder dan 90% worden gebruikt voor BTW-belaste prestaties of zich dat binnen twee jaren na het moment van verkrijging voordoet. Dit wordt bereikt door de toepassing van de samenloopvrijstelling in die gevallen uit te sluiten. Er is overgangsrecht opgenomen. Het overgangsrecht eerbiedigt de huidige regels voor lopende projecten op het moment van indiening van het wetsvoorstel (19 september 2023 om 15:15 uur) en voor op dat moment getekende intentieverklaringen voor nog te realiseren projecten met een verkrijging op uiterlijk 31 december 2029. De beoogde datum van inwerkingtreding is 1 januari 2025.
Omzetbelasting
Per 1 januari 2025 wordt het algemeen BTW-tarief op leveringen van bepaalde agrarische goederen toegepast.
Belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM)
⁃
De vaste voet in de BPM wordt vanaf 2025 met € 200 (prijspeil 2023) verhoogd.
⁃
De regeling van BPM-teruggaaf voor geldtransportwagens wordt per 1 januari 2026 beëindigd.
Motorrijtuigenbelasting (MRB)
⁃
De vrijstelling van MRB voor een autobus, die hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het openbaar vervoer en die is bestemd om hoofdzakelijk te worden aangedreven door een kracht die wordt ontleend aan vloeibaar gemaakt petroleumgas of aan aardgas, wordt per 1 januari 2030 beëindigd.
⁃
De lagere brandstoftoeslag voor personenauto’s en bestelauto’s die door particulieren worden gehouden, wanneer in het kentekenregister de brandstofsoort CNG, LNG of de brandstofsoort LPG met de typeaanduiding af-fabriek-, G3- of R115-installatie is opgenomen, wordt per 1 januari 2026 beëindigd.
⁃
Het kwarttarief voor kampeerauto’s wordt per 1 januari 2026 versoberd naar een halftarief. Bovendien worden kampeerauto’s die bedrijfsmatig worden verhuurd niet langer zwaarder belast dan kampeerauto’s die door particulieren worden gehouden. Het specifieke tarief voor kampeerauto’s die bedrijfsmatig worden verhuurd, vervalt per 1 januari 2026.
⁃
De oldtimersvrijstelling voor auto’s vanaf 40 jaar wordt met ingang van 1 januari 2028 versoberd tot motorrijtuigen die voor 1988 zijn gebouwd.
⁃
De zogenoemde regeling voor paardenvervoer, wordt per 1 januari 2026 beëindigd.
⁃
De naheffingstermijn buitenlandse kentekens MRB wordt aangepast van vijf jaar naar maximaal twaalf maanden in verband met hoge naheffingen en weinig mogelijkheid tot maatwerk door Belastingdienst. Het gaat om gevallen die zich – ondanks voorlichting – niet bewust zijn van de in Nederland geldende verplichting om het buitenlands motorrijtuig in te schrijven in het Nederlands kentekenregister.
⁃
Er wordt verduidelijkt dat het niet uitmaakt of een verandering aan het motorrijtuig is aangebracht door de huidige of een vorige houder van het motorrijtuig, of dat het motorrijtuig altijd al in die specifieke toestand verkeerde. Hierdoor kan de naheffingsaanslag niet ter discussie worden gesteld.
⁃
De hoogte van de naheffing bij het onjuist gebruik van een handelaarskenteken wordt aangepast: als het verzuim is beperkt tot uitsluitend het niet kunnen overleggen van het handelaarskentekenbewijs, wordt de naheffingsaanslag gebaseerd op drie maanden in plaats van twaalf maanden.
⁃
Het wordt verduidelijkt dat de vrijstelling in de motorrijtuigenbelasting voor een APK keuringsrit alleen geldt op de dag van de APK-keuring.
Accijnzen
⁃
De accijnstarieven voor alcoholhoudende producten worden verhoogd als ware het een indexatie. De alcoholaccijns wordt verhoogd met 16,2%. Alcoholhoudende producten zijn bier, wijn, tussenproducten en overige alcoholhoudende producten.
⁃
Het accijnstarief voor zware stookolie wordt gelijkgesteld met het accijnstarief voor gasolie. De wettelijk verschuldigde heffing over de veraccijnsde voorraad bij de verhoging per 1 januari 2024 wordt buiten toepassing gelaten.
⁃
De alcoholaccijns en de accijnzen op de rooktabak en sigaretten worden per 1 april 2024 aanvullend verhoogd. De verhoging bedraagt € 0,60 cent per pakje sigaretten van 20 stuks en € 3,60 per pakje shag van 50 gram.
Milieuheffingen
⁃
De schijfgrens in de energiebelasting wordt gesteld op 1000 m3 in plaats van 1200 m3. De tarieven van de schijven worden niet aangepast. Dat betekent dat de tarieven van de nieuwe eerste en tweede schijf op 1 januari 2024 gelijk zijn en tot een verbruik van 170.000 m3 feitelijk één tarief geldt.
⁃
Er worden enkele nadere wetswijzigingen betreffende de nieuwe eerste schijf gas in de energiebelasting ingevoerd. Het gaat om:
a. de hoogte van het blokverwarmingstarief en introductie van een forfaitaire teruggaveregeling bij blokverwarming;
b. aanpassing van de bestaande regeling voor het blokverwarmingstarief; en
c. verduidelijking van de kring van verzoekers die een teruggaveverzoek kunnen indienen bij blokverwarming.
⁃
De opsomming van duurzame warmtebronnen van de zogenoemde stadsverwarmingsregeling in de energiebelasting wordt geactualiseerd door deze aan te vullen met installaties die grotendeels gebruikmaken van aquathermie, een lucht-water-warmtepomp, gasvormige biomassa of een elektrische boiler;
⁃
Er wordt een expliciete wettelijke grondslag opgenomen die de informatieverstrekking van gegevens door energiebelastingplichtigen en begunstigden regelt. Hierdoor kan worden voldaan aan de informatieplicht richting de Europese Commissie ter controle van de goedgekeurde steunmaatregelen.
Fiscaal bestuurs(proces)recht
De horizonbepaling bij de boetebepaling in de AWR, op grond waarvan de doen pleger, uitlokker en medeplichtige kunnen worden beboet, wordt met vijf jaar verlengd tot 1 januari 2029.
Invordering
⁃
Ook voor de inkomstenbelasting wordt de betalingskorting bij het ineens betalen van de voorlopige aanslag afgeschaft.
⁃
In de Invorderingswet 1990 wordt een hardheidsclausule opgenomen. Deze geeft de Minister van Financiën de bevoegdheid om tegemoet te komen aan bepaalde gevallen of groepen van gevallen waarin de toepassing van de IW 1990 leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.
Toeslagen
⁃
Omdat het begrip van co-ouderschap in de Wet IB 2001 wordt gewijzigd, wordt dit begrip ook gewijzigd in de Awir. Door deze wijziging is het voor de ouder makkelijker om te bepalen of het kind voldoende dagen in diens huishouden verblijft en wordt zoveel mogelijk harmonisatie bewerkstelligd tussen de Wet IB 2001 en de Awir.
⁃
De horizonbepaling bij de boetebepaling in de Awir, op grond waarvan de doen pleger, uitlokker en medeplichtige kunnen worden beboet, wordt met vijf jaar verlengd tot 1 januari 2029.
⁃
De koppeling van het rentepercentage belastingrente voor Toeslagen wordt losgelaten en wel met terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2023. Het percentage voor de rente voor Toeslagen wordt voortaan zelfstandig en onafhankelijk vastgesteld. Het voornemen is om de rente op 4% te handhaven, om te voorkomen dat toeslaggerechtigden nu met een stijging worden geconfronteerd. Bij algemene maatregel van bestuur wordt het percentage voor te vergoeden rente over uit te betalen bedragen aan toeslagen voor de periode van 1 juli 2023 tot 1 januari 2024 wel 6%. Vanaf 1 januari 2024 wordt de te vergoeden rente over uit te betalen bedragen aan toeslagen gelijkgetrokken met de in rekening te brengen rente over terug te vorderen bedragen aan toeslagen, zijnde 4%.
Nota van wijziging
In de Wet IB 2001 wordt een delegatiebepaling voorgesteld waarmee ten behoeve van de voorlopige aanslag over box 3 in lagere regelgeving voorlopige forfaits voor banktegoeden en schulden kunnen worden opgenomen.
Tweede nota van wijziging
De tweede nota van wijziging bevat de volgende maatregelen:
Technische wijziging Wet belastingen op milieugrondslag;
⁃
Technische wijziging maatregel samenloopvrijstelling bij aandelentransacties.
Aangenomen amendementen
Het toptarief in box 2 wordt per 1 januari 2024 verhoogd van 31% naar 33%; het tarief in box 3 wordt per 1 januari 2024 verder verhoogd naar 36%; per 2025 vervalt de inkoopfaciliteit in de dividendbelasting, zodat de inkoop van eigen aandelen voortaan even zwaar wordt belast als het uitkeren van dividend; de bankenbelasting wordt verhoogd. Het tarief over het deel van het belastbare bedrag dat betrekking heeft op kortlopende schuld wordt verhoogd van 0,044% naar 0,058%. Het tarief over het deel van het belastbare bedrag dat op langlopende schuld betrekking heeft, wordt verhoogd van 0,022% naar 0,029% (amendement nr. 11).
Het verlaagde energiebelastingtarief voor walstroom wordt jaarlijks vanaf 2024 tot en met 2033 in tien stappen verhoogd. De opbrengst wordt aangewend voor de jaarlijkse verlaging van het energiebelastingtarief op elektriciteit in de eerste schijf (amendement nr. 27).
Per 1 juli 2024 wordt het maximaal toegelaten startgewicht dat onderdeel is van de voor de vliegbelasting geldende definitie van “vliegtuig” verlaagd van 8616 kilogram naar 4000 kilogram. Daarnaast wordt geregeld dat vliegtuigen die bijvoorbeeld worden ingezet als sproei-, les- of ambulancevliegtuig eventueel bij AMvB kunnen worden uitgezonderd van de vliegbelasting (amendement nr. 29).
De voorgestelde verlaging van de mkb-winstvrijstelling voor 2024 wordt nagenoeg gehalveerd, waarmee de mkb-winstvrijstelling op een percentage van 13,31% komt; de voorgenomen afschaffing van de vrijstelling duaal verbruik en non-energetisch gebruik kolen wordt met één jaar vervroegd, van 2028 naar 2027 (amendement nr. 43).
De afschaffing van de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting voor giften onder de € 100.000 gaat niet door. Ter dekking wordt het maximumbedrag voor excessief lenen uit de eigen bv verlaagd van € 700.000 naar € 500.000 (amendement nr. 60)
De IACK wordt afgebouwd in negen stappen voor alle ouders die op basis van hun inkomens- en gezinssituatie recht hebben op de IACK, inclusief ouders van kinderen geboren na 31 december 2024. Voorts wordt de afschaffing van de IACK met twee jaar uitgesteld, van 2025 naar 2027. Hiermee is de IACK op 1 januari 2035 uitgefaseerd. (amendement nr. 61).
De 30%-regeling wordt per 1 januari 2024 versoberd. Deze wordt voor ten hoogste de eerste 20 maanden gesteld op ten hoogste 30% van het belastbare loon, voor ten hoogste de daaropvolgende 20 maanden op ten hoogste 20% van dat loon en voor ten hoogste de daaropvolgende 20 maanden tot ten hoogste 10% van dat loon. Na 60 maanden is de maximale looptijd van een beschikking met betrekking tot de 30%-regeling verstreken. Er geldt een overgangsregeling voor werknemers die in het laatste tijdvak van 2023 in het bezit waren van een 30%-beschikking (amendement nr. 63).
De indexatiefactor van 1,0961 wordt verlaagd met 0,001159 tot 1,094941. Deze verlaging werkt door naar de indexatiefactor van de arbeidskorting. Het hoge tarief van de Aof-premie wordt verhoogd met 0,05%-punt; de belastingvermindering energiebelasting wordt voor 2024 verhoogd met € 23,40 naar € 521,78 (exclusief omzetbelasting) (amendement nr. 68).
Afschaffing buitenlandse partiële belastingplicht. Hierbij geldt een overgangsregeling, waardoor de laatste expat nog uiterlijk tot en met 2026 gebruik kan maken van deze fiscale regeling (amendement nr. 69).
De vanaf 1 juli 2023 geldende accijnskorting voor benzine, diesel en LPG wordt één jaar doorgetrokken en de reguliere verhoging (indexatie) per 1 januari 2024 wordt niet doorgevoerd (amendement nr. 83).
Er wordt een regeling getroffen voor een specifieke situatie waarin een pensioenregeling fiscaal bovenmatig kan worden. Het gaat met name om de pensioenregeling voor kappers die afwijkend van de meeste regelingen in Nederland geen franchise kent (amendement nr. 108).
Een belastingplichtige of inhoudingsplichtige krijgt een recht om een verzoek om inzage in zijn fiscale dossier te doen. Een besluit op een verzoek om inzage is een voor bezwaar vatbare beslissing, zodat daartegen de bezwaar- en beroepsmogelijkheid openstaat. De fiscale geheimhoudingsplicht geldt dan niet (amendement nr. 110)
Het voorstel om de accijns op alcohol met 16,3% te verhogen, wordt nagenoeg gehalveerd. Wel wordt het accijnstarief op tabak verhoogd; de kansspelbelasting wordt met 1 procentpunt verhoogd (amendement nr. 111).
Stand van zaken
Het voorstel is ingediend bij de Tweede Kamer. De Tweede Kamer heeft het voorstel in de nacht van 26 op 27 oktober 2023 aangenomen. De volgende amendementen zijn aangenomen: nrs. 11, 27, 29, 43, 60, 61, 63, 68, 69, 83, 108, 110 en 111. En de volgende moties zijn aangenomen: nrs. 70, 71, 72, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 85, 86, 87, 88, 89, 90 en 93. Op 19 december 2023 heeft de Eerste Kamer het voorstel aangenomen. De volgende moties zijn aangenomen door de Eerste Kamer: nrs. I, K, L, M, P, Q, R, S, W, X, Y, Z, AA, AB en AE.
Documenten bij dit thema
Wetgeving
Wetgeving in wording
Kies de geldende versie per 1 januari 2024 in de tijdsbalk bij het wetsartikel. Hier is vergelijken van versies ook mogelijk.
Gewijzigd amendement van het lid Van Raan (PvdD) t.v.v. nr. 23 over gedifferentieerde verhoging van de vliegbelasting naar klasse en afstand, 36418, nr. 25 (zie nr. 31)
Amendement van het lid Van Raan t.v.v. nr. 18 over gedifferentieerde verhoging van de vliegbelasting naar klasse en verruiming naar transferpassagiers en privéjets, 36418, nr. 24 (zie nr. 30)
Redactie
De minister en staatssecretarissen van Financiën hebben op Prinsjesdag het wetsvoorstel Belastingplan 2024 (36418) bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel is een onderdeel van het pakket Belastingplan 2024. De wet is op 1 januari 2024 in werking getreden.
Inkomstenbelasting
Tarieven box 1/loonbelasting
Het tarief in de eerste schijf wordt 36,97% (2023: 36,93%). Het tarief in de tweede schijf blijft 49,50%.
Voor belastingplichtigen ouder dan de AOW-leeftijd geldt een tarief in de eerste schijf van 19,07% (2023: 19,03%). Het tarief in de tweede schijf wordt 36,97% (2023: 36,93%). Het tarief in de derde schijf blijft 49,50%.
Het aanvangspunt van het toptarief en de tweede schijf voor gepensioneerden in de IB wordt verlaagd door deze bedragen slechts beperkt te indexeren. De grens komt op € 75.624.
Heffingskortingen
De arbeidskorting wordt met € 115 verhoogd.
De halvering van de jonggehandicaptenkorting waartoe eerder is besloten, wordt geschrapt.
De co-ouderschapsregeling voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK), die momenteel is opgenomen in de Uitv. Reg. IB 2001, wordt in de wet opgenomen en aangepast. Co-ouders kunnen vanaf 1 januari 2024 alleen beiden in aanmerking komen voor de IACK als zij de zorg voor een kind gedurende het kalenderjaar gelijkelijk hebben verdeeld. Concreet is de eis in het voorstel dat het kind ten minste 156 dagen van het kalenderjaar in elk van beide huishoudens verblijft. Er moet worden voldaan aan de inschrijvingseis. Dit betreft reparatie van HR 30 september 2022 (V-N 2022/42.3).
De formele inschrijvingseis van de IACK wordt met ingang van 1 januari 2025 vervangen door een materiële toets. Deze wijziging geldt voor de gevallen die onder het overgangsrecht uit het Belastingplan 2023 (V-N 2023/5.3.1) vallen.
Diversen box 1
Er komt een afschrijvingsbeperking in de winstsfeer van de IB. In de IB gaat dan eveneens de WOZ-waarde als bodemwaarde voor gebouwen in eigen gebruik gelden. Na deze wijziging geldt voor alle gebouwen die als bedrijfsmiddel worden gebruikt een afschrijving tot maximaal de WOZ-waarde, ongeacht of het een gebouw in eigen gebruik of ter belegging is en ongeacht of het in een IB-onderneming (of in de resultaatsfeer) of een in onder de VPB vallend lichaam (VPB-plichtig lichaam) wordt gebruikt.
De horizonbepalingen van de energie-investeringsaftrek (EIA), milieu-investeringsaftrek (MIA) en Vamil worden verlengd tot 1 januari 2029. Zonder deze verlengingen zouden deze regelingen per 1 januari 2024 vervallen.
Vanaf 1 januari 2024 wordt het aftrekpercentage energie-investeringsaftrek (EIA) structureel verlaagd van 45,5% naar 40%.
Het gebruik van de herinvesteringsreserve wordt in meer gevallen mogelijk dan thans geldt, zoals voor onder andere ten gevolge van overheidsingrijpen stoppende agrariërs. Toepassing van de herinvesteringsreserve voor ondernemers in de IB wordt mogelijk gemaakt over de ondernemingsgrens heen in geval van een gedeeltelijke staking als gevolg van overheidsingrijpen.
Het percentage van de MKB-winstvrijstelling wordt verlaagd van 14% naar 12,7%.
Er komt een eenvoudiger systeem waarin het mogelijk is om rechtstreeks een gift te doen vanuit een vennootschap. Het bedrag van een door een vennootschap aan een ANBI gedane gift wordt niet in aanmerking genomen als een tot het inkomen van de aanmerkelijkbelanghouder te rekenen voordeel in box 2 of als opbrengst voor de dividendbelasting, tenzij de bedragen niet rechtstreeks worden gedaan door de vennootschap, maar bijvoorbeeld door de aanmerkelijkbelanghouder zelf of sprake is van bevoordelingen of bijdragen in contant geld. Een door een vennootschap aan een ANBI gedane gift is niet aftrekbaar, ook niet voor zover de gift lager is dan het huidige wettelijke maximum van 50% van de winst en van € 100.000.
De forfaits voor zakelijke kilometers gaan naar € 0,23. Het gaat onder andere om de aftrekbaarheid van de reiskosten van IB-ondernemers en resultaatgenieters met een vervoermiddel dat behoort tot het privévermogen. Ook gaat het om aftrek specifieke zorgkosten voor reiskosten ziekenbezoek, kilometervergoeding voor weekenduitgaven gehandicapten, en de giftenaftrek als een vrijwilliger afziet van reiskostenvergoeding.
Box 3
Het tarief in box 3 wordt al met ingang van 1 januari 2024 verhoogd van 32% naar 34%. In 2025 blijft het tarief 34%.
Het heffingvrije vermogen in box 3 wordt niet geïndexeerd met ingang van 1 januari 2024. Daardoor blijft het heffingvrije vermogen € 57.000 (€ 114.000 voor fiscale partners gezamenlijk).
Het aandeel in het vermogen van een VvE wordt in de periode van de overbruggingswet box 3 (met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023) in de categorie banktegoeden geplaatst.
Het aandeel in het vermogen op de derdengeldenrekening van een notaris wordt tijdens de periode van de overbruggingswet box 3 (met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023) in de categorie banktegoeden geplaatst.
Vorderingen en schulden tussen fiscaal partners en tussen ouders en minderjarige kinderen worden met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023 gedefiscaliseerd. Dit betekent dat deze vorderingen en schulden niet meer in de belastingaangifte hoeven te worden vermeld. Bij ouders en minderjarige kinderen gaat het dan alleen om de situatie waarin het inkomen van het minderjarige kind aan de ouders wordt toegerekend omdat alleen dan sprake is van dezelfde aangifte.
De berekeningsmethodiek voor het effectieve rendementspercentage bij fiscaal partners wordt in de wet verduidelijkt naar aanleiding van een artikel in WFR 2022/224. Met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023 wordt expliciet in de wettekst opgenomen dat voor de berekening van het effectieve rendementspercentage bij fiscale partners wordt uitgegaan van de gezamenlijke rendementsgrondslag (V-N 2022/56.4). Hiermee is geen inhoudelijke wijziging beoogd.
Loonbelasting
Het maximale onbelaste bedrag van de reiskostenvergoeding wordt per 1 januari 2024 verhoogd naar € 0,23 per zakelijke kilometer.
De huidige twee regelingen voor het onbelast verstrekken van OV-abonnementen door werkgevers worden vervangen door één vrijstelling. Het privégebruik van een OV-kaart die wordt vergoed, verstrekt of ter beschikking gesteld wordt gericht vrijgesteld, mits de werknemer de OV- kaart ook (in welke mate dan ook) voor zakelijke reizen (waaronder woon-verkeer) gebruikt.
Vennootschapsbelasting
De specifieke renteaftrekbeperking voor banken en verzekeraars (minimumkapitaalregel in de Wet VPB 1969) wordt op technische punten aangepast. De minimumkapitaalregel wordt zodanig aangepast dat rentelasten op schulden aan groepslichamen voortaan onder voorwaarden niet in aftrek worden beperkt. Met andere woorden rentelasten op schulden aan groepslichamen worden onder voorwaarden aftrekbaar. Het percentage van de minimumkapitaalregel dat niet aftrekbaar is, wordt verhoogd van 9% naar 10,6%.
Belastingen van rechtsverkeer
De zogenoemde samenloopvrijstelling in de overdrachtsbelasting wordt gewijzigd zodat in ieder geval heffing van overdrachtsbelasting (4%) plaatsvindt bij de verkrijging van nieuwe onroerende zaken of rechten waaraan deze zijn onderworpen via een (kwalificerend) aandelenbelang als de achterliggende nieuwe onroerende zaken op dat moment voor minder dan 90% worden gebruikt voor BTW-belaste prestaties of zich dat binnen twee jaren na het moment van verkrijging voordoet. Dit wordt bereikt door de toepassing van de samenloopvrijstelling in die gevallen uit te sluiten. Er is overgangsrecht opgenomen. Het overgangsrecht eerbiedigt de huidige regels voor lopende projecten op het moment van indiening van het wetsvoorstel (19 september 2023 om 15:15 uur) en voor op dat moment getekende intentieverklaringen voor nog te realiseren projecten met een verkrijging op uiterlijk 31 december 2029. De beoogde datum van inwerkingtreding is 1 januari 2025.
Omzetbelasting
Per 1 januari 2025 wordt het algemeen BTW-tarief op leveringen van bepaalde agrarische goederen toegepast.
Belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM)
De vaste voet in de BPM wordt vanaf 2025 met € 200 (prijspeil 2023) verhoogd.
De regeling van BPM-teruggaaf voor geldtransportwagens wordt per 1 januari 2026 beëindigd.
Motorrijtuigenbelasting (MRB)
De vrijstelling van MRB voor een autobus, die hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het openbaar vervoer en die is bestemd om hoofdzakelijk te worden aangedreven door een kracht die wordt ontleend aan vloeibaar gemaakt petroleumgas of aan aardgas, wordt per 1 januari 2030 beëindigd.
De lagere brandstoftoeslag voor personenauto’s en bestelauto’s die door particulieren worden gehouden, wanneer in het kentekenregister de brandstofsoort CNG, LNG of de brandstofsoort LPG met de typeaanduiding af-fabriek-, G3- of R115-installatie is opgenomen, wordt per 1 januari 2026 beëindigd.
Het kwarttarief voor kampeerauto’s wordt per 1 januari 2026 versoberd naar een halftarief. Bovendien worden kampeerauto’s die bedrijfsmatig worden verhuurd niet langer zwaarder belast dan kampeerauto’s die door particulieren worden gehouden. Het specifieke tarief voor kampeerauto’s die bedrijfsmatig worden verhuurd, vervalt per 1 januari 2026.
De oldtimersvrijstelling voor auto’s vanaf 40 jaar wordt met ingang van 1 januari 2028 versoberd tot motorrijtuigen die voor 1988 zijn gebouwd.
De zogenoemde regeling voor paardenvervoer, wordt per 1 januari 2026 beëindigd.
De naheffingstermijn buitenlandse kentekens MRB wordt aangepast van vijf jaar naar maximaal twaalf maanden in verband met hoge naheffingen en weinig mogelijkheid tot maatwerk door Belastingdienst. Het gaat om gevallen die zich – ondanks voorlichting – niet bewust zijn van de in Nederland geldende verplichting om het buitenlands motorrijtuig in te schrijven in het Nederlands kentekenregister.
Er wordt verduidelijkt dat het niet uitmaakt of een verandering aan het motorrijtuig is aangebracht door de huidige of een vorige houder van het motorrijtuig, of dat het motorrijtuig altijd al in die specifieke toestand verkeerde. Hierdoor kan de naheffingsaanslag niet ter discussie worden gesteld.
De hoogte van de naheffing bij het onjuist gebruik van een handelaarskenteken wordt aangepast: als het verzuim is beperkt tot uitsluitend het niet kunnen overleggen van het handelaarskentekenbewijs, wordt de naheffingsaanslag gebaseerd op drie maanden in plaats van twaalf maanden.
Het wordt verduidelijkt dat de vrijstelling in de motorrijtuigenbelasting voor een APK keuringsrit alleen geldt op de dag van de APK-keuring.
Accijnzen
De accijnstarieven voor alcoholhoudende producten worden verhoogd als ware het een indexatie. De alcoholaccijns wordt verhoogd met 16,2%. Alcoholhoudende producten zijn bier, wijn, tussenproducten en overige alcoholhoudende producten.
Het accijnstarief voor zware stookolie wordt gelijkgesteld met het accijnstarief voor gasolie. De wettelijk verschuldigde heffing over de veraccijnsde voorraad bij de verhoging per 1 januari 2024 wordt buiten toepassing gelaten.
De alcoholaccijns en de accijnzen op de rooktabak en sigaretten worden per 1 april 2024 aanvullend verhoogd. De verhoging bedraagt € 0,60 cent per pakje sigaretten van 20 stuks en € 3,60 per pakje shag van 50 gram.
Milieuheffingen
De schijfgrens in de energiebelasting wordt gesteld op 1000 m3 in plaats van 1200 m3. De tarieven van de schijven worden niet aangepast. Dat betekent dat de tarieven van de nieuwe eerste en tweede schijf op 1 januari 2024 gelijk zijn en tot een verbruik van 170.000 m3 feitelijk één tarief geldt.
Er worden enkele nadere wetswijzigingen betreffende de nieuwe eerste schijf gas in de energiebelasting ingevoerd. Het gaat om:
a. de hoogte van het blokverwarmingstarief en introductie van een forfaitaire teruggaveregeling bij blokverwarming;
b. aanpassing van de bestaande regeling voor het blokverwarmingstarief; en
c. verduidelijking van de kring van verzoekers die een teruggaveverzoek kunnen indienen bij blokverwarming.
De opsomming van duurzame warmtebronnen van de zogenoemde stadsverwarmingsregeling in de energiebelasting wordt geactualiseerd door deze aan te vullen met installaties die grotendeels gebruikmaken van aquathermie, een lucht-water-warmtepomp, gasvormige biomassa of een elektrische boiler;
Er wordt een expliciete wettelijke grondslag opgenomen die de informatieverstrekking van gegevens door energiebelastingplichtigen en begunstigden regelt. Hierdoor kan worden voldaan aan de informatieplicht richting de Europese Commissie ter controle van de goedgekeurde steunmaatregelen.
Fiscaal bestuurs(proces)recht
De horizonbepaling bij de boetebepaling in de AWR, op grond waarvan de doen pleger, uitlokker en medeplichtige kunnen worden beboet, wordt met vijf jaar verlengd tot 1 januari 2029.
Invordering
Ook voor de inkomstenbelasting wordt de betalingskorting bij het ineens betalen van de voorlopige aanslag afgeschaft.
In de Invorderingswet 1990 wordt een hardheidsclausule opgenomen. Deze geeft de Minister van Financiën de bevoegdheid om tegemoet te komen aan bepaalde gevallen of groepen van gevallen waarin de toepassing van de IW 1990 leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.
Toeslagen
Omdat het begrip van co-ouderschap in de Wet IB 2001 wordt gewijzigd, wordt dit begrip ook gewijzigd in de Awir. Door deze wijziging is het voor de ouder makkelijker om te bepalen of het kind voldoende dagen in diens huishouden verblijft en wordt zoveel mogelijk harmonisatie bewerkstelligd tussen de Wet IB 2001 en de Awir.
De horizonbepaling bij de boetebepaling in de Awir, op grond waarvan de doen pleger, uitlokker en medeplichtige kunnen worden beboet, wordt met vijf jaar verlengd tot 1 januari 2029.
De koppeling van het rentepercentage belastingrente voor Toeslagen wordt losgelaten en wel met terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2023. Het percentage voor de rente voor Toeslagen wordt voortaan zelfstandig en onafhankelijk vastgesteld. Het voornemen is om de rente op 4% te handhaven, om te voorkomen dat toeslaggerechtigden nu met een stijging worden geconfronteerd. Bij algemene maatregel van bestuur wordt het percentage voor te vergoeden rente over uit te betalen bedragen aan toeslagen voor de periode van 1 juli 2023 tot 1 januari 2024 wel 6%. Vanaf 1 januari 2024 wordt de te vergoeden rente over uit te betalen bedragen aan toeslagen gelijkgetrokken met de in rekening te brengen rente over terug te vorderen bedragen aan toeslagen, zijnde 4%.
Nota van wijziging
In de Wet IB 2001 wordt een delegatiebepaling voorgesteld waarmee ten behoeve van de voorlopige aanslag over box 3 in lagere regelgeving voorlopige forfaits voor banktegoeden en schulden kunnen worden opgenomen.
Tweede nota van wijziging
De tweede nota van wijziging bevat de volgende maatregelen:
Beperking indexatie tabelcorrectiefactor (Uitvoering motie Stoffer)
Aanvullende CFC-maatregel;
Technische wijziging Wet belastingen op milieugrondslag;
Technische wijziging maatregel samenloopvrijstelling bij aandelentransacties.
Aangenomen amendementen
Het toptarief in box 2 wordt per 1 januari 2024 verhoogd van 31% naar 33%; het tarief in box 3 wordt per 1 januari 2024 verder verhoogd naar 36%; per 2025 vervalt de inkoopfaciliteit in de dividendbelasting, zodat de inkoop van eigen aandelen voortaan even zwaar wordt belast als het uitkeren van dividend; de bankenbelasting wordt verhoogd. Het tarief over het deel van het belastbare bedrag dat betrekking heeft op kortlopende schuld wordt verhoogd van 0,044% naar 0,058%. Het tarief over het deel van het belastbare bedrag dat op langlopende schuld betrekking heeft, wordt verhoogd van 0,022% naar 0,029% (amendement nr. 11).
Het verlaagde energiebelastingtarief voor walstroom wordt jaarlijks vanaf 2024 tot en met 2033 in tien stappen verhoogd. De opbrengst wordt aangewend voor de jaarlijkse verlaging van het energiebelastingtarief op elektriciteit in de eerste schijf (amendement nr. 27).
Per 1 juli 2024 wordt het maximaal toegelaten startgewicht dat onderdeel is van de voor de vliegbelasting geldende definitie van “vliegtuig” verlaagd van 8616 kilogram naar 4000 kilogram. Daarnaast wordt geregeld dat vliegtuigen die bijvoorbeeld worden ingezet als sproei-, les- of ambulancevliegtuig eventueel bij AMvB kunnen worden uitgezonderd van de vliegbelasting (amendement nr. 29).
De voorgestelde verlaging van de mkb-winstvrijstelling voor 2024 wordt nagenoeg gehalveerd, waarmee de mkb-winstvrijstelling op een percentage van 13,31% komt; de voorgenomen afschaffing van de vrijstelling duaal verbruik en non-energetisch gebruik kolen wordt met één jaar vervroegd, van 2028 naar 2027 (amendement nr. 43).
De afschaffing van de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting voor giften onder de € 100.000 gaat niet door. Ter dekking wordt het maximumbedrag voor excessief lenen uit de eigen bv verlaagd van € 700.000 naar € 500.000 (amendement nr. 60)
De IACK wordt afgebouwd in negen stappen voor alle ouders die op basis van hun inkomens- en gezinssituatie recht hebben op de IACK, inclusief ouders van kinderen geboren na 31 december 2024. Voorts wordt de afschaffing van de IACK met twee jaar uitgesteld, van 2025 naar 2027. Hiermee is de IACK op 1 januari 2035 uitgefaseerd. (amendement nr. 61).
De 30%-regeling wordt per 1 januari 2024 versoberd. Deze wordt voor ten hoogste de eerste 20 maanden gesteld op ten hoogste 30% van het belastbare loon, voor ten hoogste de daaropvolgende 20 maanden op ten hoogste 20% van dat loon en voor ten hoogste de daaropvolgende 20 maanden tot ten hoogste 10% van dat loon. Na 60 maanden is de maximale looptijd van een beschikking met betrekking tot de 30%-regeling verstreken. Er geldt een overgangsregeling voor werknemers die in het laatste tijdvak van 2023 in het bezit waren van een 30%-beschikking (amendement nr. 63).
De indexatiefactor van 1,0961 wordt verlaagd met 0,001159 tot 1,094941. Deze verlaging werkt door naar de indexatiefactor van de arbeidskorting. Het hoge tarief van de Aof-premie wordt verhoogd met 0,05%-punt; de belastingvermindering energiebelasting wordt voor 2024 verhoogd met € 23,40 naar € 521,78 (exclusief omzetbelasting) (amendement nr. 68).
Afschaffing buitenlandse partiële belastingplicht. Hierbij geldt een overgangsregeling, waardoor de laatste expat nog uiterlijk tot en met 2026 gebruik kan maken van deze fiscale regeling (amendement nr. 69).
De vanaf 1 juli 2023 geldende accijnskorting voor benzine, diesel en LPG wordt één jaar doorgetrokken en de reguliere verhoging (indexatie) per 1 januari 2024 wordt niet doorgevoerd (amendement nr. 83).
Er wordt een regeling getroffen voor een specifieke situatie waarin een pensioenregeling fiscaal bovenmatig kan worden. Het gaat met name om de pensioenregeling voor kappers die afwijkend van de meeste regelingen in Nederland geen franchise kent (amendement nr. 108).
Een belastingplichtige of inhoudingsplichtige krijgt een recht om een verzoek om inzage in zijn fiscale dossier te doen. Een besluit op een verzoek om inzage is een voor bezwaar vatbare beslissing, zodat daartegen de bezwaar- en beroepsmogelijkheid openstaat. De fiscale geheimhoudingsplicht geldt dan niet (amendement nr. 110)
Het voorstel om de accijns op alcohol met 16,3% te verhogen, wordt nagenoeg gehalveerd. Wel wordt het accijnstarief op tabak verhoogd; de kansspelbelasting wordt met 1 procentpunt verhoogd (amendement nr. 111).
Stand van zaken
Het voorstel is ingediend bij de Tweede Kamer. De Tweede Kamer heeft het voorstel in de nacht van 26 op 27 oktober 2023 aangenomen. De volgende amendementen zijn aangenomen: nrs. 11, 27, 29, 43, 60, 61, 63, 68, 69, 83, 108, 110 en 111. En de volgende moties zijn aangenomen: nrs. 70, 71, 72, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 85, 86, 87, 88, 89, 90 en 93. Op 19 december 2023 heeft de Eerste Kamer het voorstel aangenomen. De volgende moties zijn aangenomen door de Eerste Kamer: nrs. I, K, L, M, P, Q, R, S, W, X, Y, Z, AA, AB en AE.
Documenten bij dit thema
Wetgeving
Wetgeving in wording
Kies de geldende versie per 1 januari 2024 in de tijdsbalk bij het wetsartikel. Hier is vergelijken van versies ook mogelijk.
Art. 2.10 Wet IB 2001
Art. 2.10a Wet IB 2001
Art. 2.13 Wet IB 2001
Art. 2.17 Wet IB 2001
Art. 3.15 Wet IB 2001
Art. 3.17 Wet IB 2001
Art. 3.23 Wet IB 2001
Art. 3.30a Wet IB 2001
Art. 3.34a Wet IB 2001
Art. 3.42 Wet IB 2001
Art. 3.53 Wet IB 2001
Art. 3.54aa Wet IB 2001
Art. 3.79a Wet IB 2001
Art. 4.13 Wet IB 2001
Art. 5.2 Wet IB 2001
Art. 5.4a Wet IB 2001
Art. 6.17 Wet IB 2001
Art. 6.36 Wet IB 2001
Art. 8.9 Wet IB 2001
Art. 8.11 Wet IB 2001
Art. 8.14a Wet IB 2001
Art. 9.5 Wet IB 2001
Art. 9.5a Wet IB 2001
Art. 10b.1 Wet IB 2001
Art. 13 Wet LB 1964
Art. 13a Wet LB 1964
Art. 20a Wet LB 1964
Art. 20b Wet LB 1964
Art. 22a Wet LB 1964
Art. 31a Wet LB 1964
Art. 7 Wet VPB 1969
Art. 8 Wet VPB 1969
Art. 15bd Wet VPB 1969
Art. 15be Wet VPB 1969
Art. 15bf Wet VPB 1969
Art. 16 Wet VPB 1969
Art. 20a Wet VPB 1969
Art. 3 Wet dividendbelasting 1965
Art. 4d Wet dividendbelasting 1965
Art. 17 Wet motorrijtuigenbelasting 1994
Art. 33 Wet motorrijtuigenbelasting 1994
Art. 34 Wet motorrijtuigenbelasting 1994
Art. 69 Wet motorrijtuigenbelasting 1994
Art. 72 Wet motorrijtuigenbelasting 1994
Art. 47 Wet belastingen op milieugrondslag
Art. 59 Wet belastingen op milieugrondslag
Art. 60 Wet belastingen op milieugrondslag
Art. 60a Wet belastingen op milieugrondslag
Art. 60b Wet belastingen op milieugrondslag
Art. 67 Wet belastingen op milieugrondslag
Art. 7 Wet op de accijns
Art. 10 Wet op de accijns
Art. 11d Wet op de accijns
Art. 13 Wet op de accijns
Art. 27 Wet op de accijns
Art. 4 Awir
Art. 27 Awir
Art. 6 Invorderingswet 1990
Art. 7 Invorderingswet 1990
Art. 24 Invorderingswet 1990
Art. 27a Invorderingswet 1990
Art. 30 Invorderingswet 1990
Art. 31a Invorderingswet 1990
Art. 70 Invorderingswet 1990
Art. 70b Invorderingswet 1990
Literatuur
Belastingplan 2024 in Staatsblad geplaatst, V-N 2024/4.3.1
Pakket Belastingplan 2024 en Wet minimumbelasting 2024. Aangenomen moties, V-N 2023/59.19
Belastingplan 2024. Nota naar aanleiding van het tweede verslag en brief beantwoording resterende vragen, V-N 2023/59.4
Belastingplan 2024. Nota naar aanleiding van het verslag, V-N 2023/59.3
Belastingplan 2024. Toelichting aangenomen amendementen, V-N 2023/59.2
Inleiding, V-N 2023/59.1
Pakket Belastingplan 2024. Aangenomen moties, V-N 2023/50.30
Pakket Belastingplan 2024. Aangenomen amendementen, V-N 2023/50.29
Pakket Belastingplan 2024. Beantwoording toezeggingen tweede wetgevingsoverleg, V-N 2023/50.25
Pakket Belastingplan 2024. Antwoorden op vragen eerste wetgevingsoverleg, V-N 2023/50.24
Belastingplan 2024. Nota naar aanleiding van het verslag, V-N 2023/50.4
Belastingplan 2024. Tweede nota van wijziging, V-N 2023/50.3
Belastingplan 2024. Nota van wijziging, V-N 2023/50.2
Inleiding, V-N 2023/50.1
Tweede Kamer akkoord met pakket Belastingplan 2024, Wijzigingen in de loonbelasting (werkkostenregeling, de onbelaste reiskostenvergoeding en de 30-procentsregeling), 36418, TaxVisions
Tweede Kamer akkoord met pakket Belastingplan 2024, Inperking samenloopvrijstelling bij aandelentransacties, TaxVisions
Tweede Kamer akkoord met Belastingpakket 2024: Wijzigingen in de inkomstenbelasting, TaxVisions
Vastgoedaandelentransacties: doorbreken van doorkijken, mr. dr. M.D.J. van der Wulp, WFR 2023/269
Wijzigingen in het pakket Belastingplan 2024 voor de IB-ondernemer, dga en particulier, Prof. dr. mr. E.J.W. Heithuis, WFR 2023/266
Van Belastingplan naar belastinghervorming, Prof. dr. H. Vording, WFR 2023/265
Belastingplan 2024. Memorie van toelichting. Algemeen, V-N 2023/44.2
Belastingplan 2024. Voorgestelde wettekst met artikelsgewijze toelichting, V-N 2023/44.3
Belastingplan 2024. Advies Raad van State en nader rapport, V-N 2023/44.4
Inleiding Belastingplanpakket 2024, V-N 2023/44.1
Algemene Politieke Beschouwingen Tweede Kamer. Aangenomen moties, V-N 2023/44.20
Kabinetsreactie aangenomen moties, V-N 2023/44.21
NOB in commentaar op belastingpakket: BOR/DSR kent alleen versoberingen, geen verbeteringen, TaxLive
Staatssecretaris geeft inzicht in inhoud pakket Belastingplan 2024, V-N 2023/39.3
Wetsvoorstel Vastgoedaandelentransacties wordt aangepast, V-N 2023/31.14
Inhoud pakket Belastingplan 2024 bekendgemaakt, V-N 2023/22.3
Voorjaarsnota 2023 aangeboden aan Tweede Kamer, V-N 2023/21.3
NOB: Conceptwetsvoorstel vastgoedaandelentransacties ongewenste overkill, TaxLive
Internetconsultatie conceptwetsvoorstel beperking samenloopvrijstelling in overdrachtsbelasting, V-N 2023/13.11
Naslag
Parlementaire geschiedenis
Documenten:
Staatsblad 2023, nr. 499
Motie van het lid Geerdink (VVD) c.s. over voorzet voor alternatieven die economie niet schaden in de Voorjaarsnota, 36418, nr. AF
Aangenomen motie van het lid Bakker-Klein (CDA) c.s. over begrenzing aftrek van periodieke giften door particulieren boven de 250.000 euro, EK, 36418, nr. AE
Motie van het lid Van den Oetelaar (FVD) c.s. over het handhaven van het kwarttarief motorrijtuigenbelasting voor paardenvervoer, EK, 36418, nr. AD
Motie van het lid Van den Oetelaar (FVD) c.s. over het verlagen van het btw-tarief op groente en fruit naar 5%, EK, 36418, nr. AC
Aangenomen motie van het lid Schalk (SGP) c.s. over het uitwerken van maatregelen tegen hoge marginale druk in de Bouwstenennotitie, EK, 36418, nr. AB
Aangenomen motie van het lid Geerdink (VVD) c.s. over onderzoek naar gevolgen van de invoering van de minimumbelasting, EK, 36418, nr. AA
Aangenomen motie van de leden Geerdink (VVD) en Moonen (D66) over een alternatief voorstel voor de 30%-regeling, EK, 36418, nr. Z
Aangenomen motie van het lid Geerdink (VVD) c.s. over een alternatief dekkingsvoorstel voor het hoger minimumloon EK, 36418, nr. Y
Aangenomen motie van het lid Visseren-Hamakers (PvdD) c.s. over een nultarief van de verbruiksbelasting voor dranken zonder toegevoegde suikers, EK, 36418, nr. X
Aangenomen motie van het lid Visseren-Hamakers (PvdD) c.s. over de invoeringsdatum van verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken, EK, 36418, nr. W
Motie van het lid Visseren-Hamakers c.s. over de afbouw van fossiele subsidies, EK, 36418, nr. V
Motie van het lid Visseren-Van Hamakers (PvdD) c.s. over de intrinsieke waarde van natuur en dieren in de brede welvaart, EK, 36418, nr. U
Motie van het lid Van Rooijen (50PLUS) over een minister voor ouderenbeleid, EK, 36418, nr. T
Aangenomen motie van het lid Van Rooijen (50PLUS) over de vermogenswinstbelasting als onderdeel van de belastinghervorming, EK, 36418, nr. S
Aangenomen motie van het lid Van Rooijen (50PLUS) over het onverkort toepassen van de inflatiecorrectie EK, 36418, nr. R
Aangenomen motie van het lid Martens (GroenLinks-PvdA) c.s. over een meerjarige wetgevingsagenda fiscaliteit EK, 36418, nr. Q
Aangenomen motie van het lid Holterhues (ChristenUnie) c.s. over de voorgestelde aanpassing van het gebruikelijk loon in het belastingplan BES-eilanden 2024, EK, 36418, nr. P
Motie van het lid Heijnen (BBB) over rechtshulp voor burgers bij verkeersboetes, EK, 36418, nr. O
Motie van het lid Heijnen (BBB) c.s. over een hardheidsclausule in de energiebelasting op gas, EK, 36418, nr. N
Aangenomen motie van het lid Heijnen (BBB) c.s. over afschaffing metallurgische en mineralogische procedés EK, 36418, nr. M
Aangenomen motie van het lid Heijnen (BBB) c.s. over een impactanalyse van de afbouw van vrijstellingen EK, 36418, nr. L
Aangenomen motie van het lid Heijnen (BBB) c.s. over een nadere analyse van de tarieven van box 2 en box 3 EK, 36418, nr. K
Brief van de staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst over tabelcorrectiefactor, bedragen en percentages arbeidskorting, percentage eigenwoningforfait en forfaitaire rendementspercentages box 3 voor 2024, EK, 36418, nr. J
Aangenomen gewijzigde motie van het lid Van Rooijen c.s. over tijdige indiening en behandeling van belastingmaatregelen, EK, 36418, nr. I
Motie van het lid Van Rooijen (50PLUS) c.s. over tijdige indiening en behandeling van belastingmaatregelen, EK, 36418, nr. H
Brief van de staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst over beantwoording resterende vragen uit tweede verslag pakket Belastingplan 2024, 36418, nr. G
Nota nav tweede verslag, EK< 36418, nr. F (beslisnota)
Nota nav tweede verslag, EK, 36418, nr. F
Tweede verslag, EK, 36418, nr. E
Nota naar aanleiding van het verslag, EK, 36418, nr. D
Verslag, EK, 36418, nr. C
Brief van de staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst over toelichting op aangenomen amendementen pakket Belastingplan 2024, EK, B
Gewijzigd voorstel van wet, 36418, nr. A
Gewijzigde motie van het lid Erkens c.s. over de grenseffecten van de accijnsverhoging op alcohol monitoren (ter vervanging van 36418, nr. 71), 36418, nr. 115
Gewijzigde motie van het lid Erkens c.s. over een analyse van de stapeling van alle maatregelen gericht op de metallurgische en mineralogische sector (ter vervanging van 36418, nr. 70), 36418, nr. 114
Gewijzigd amendement Grinwis c.s. (CU) t.v.v. nr. 44 over het vervallen van de hogere arbeidskorting en verlaging van het tarief voor de eerste schijf, 36418, nr. 113
Gewijzigd amendement van het lid Omtzigt c.s. (Groep Omtzigt) over het laten vervallen van het verlaagd BTW-tarief voor logies en over het verlagen van het tarief voor de eerste schijf bij aardgas, 36418, nr. 112
Aangenomen gewijzigd amendement van de leden Erkens en Stoffer (SGP) over het halveren van de verhoging van de alcoholaccijns en het verhogen van de accijns op tabak en de kansspelbelasting, 36418, nr. 111
Aangenomen nader gewijzigd amendement van het lid Omtzigt c.s. (Groep Omtzigt) t.v.v. nr. 107 over over een bezwaar- en beroepsregeling voor beslissing op een inzageverzoek, 36418, nr. 110
Amendement van het lid Dassen (Volt) over het afschaffen van het verlaagde BTW-tarief voor sierteelt en het verlagen van het belastingtarief in de eerste schijf van de inkomstenbelasting, 36418, nr. 109
Aangenomen gewijzigd amendement van het Inge van Dijk c.s. (CDA) t.v.v. nr. 82 over een regeling voor fiscaal bovenmatige pensioenregelingen, 36418, nr. 108
Gewijzigd amendement van het lid Omtzigt c.s. (Groep Omtzigt) t.v.v. nr. 96 over een bezwaar- en beroepsregeling voor beslissing op een inzageverzoek, 36418, nr. 107 (zie nr. 110)
Amendement van het lid Dassen t.v.v. nr. 32 over afschaffen van het heffingsplafond op de belasting op leidingwater, 36418, nr. 106
Amendement van het lid Omtzigt c.s. (Groep Omtzigt) over het laten vervallen van het verlaagd BTW-tarief voor logies en over het verlagen van het tarief voor de eerste schijf bij aardgas, 36418, nr. 105
Motie van het lid Omtzigt over het aanhouden van het wetsvoorstel Fiscale klimaatmaatregelen industrie en elektriciteit, 36418, nr. 104
Motie van het lid Omtzigt (Groep Omtzigt) over het voor kleine en middelgrote telers wettelijk mogelijk maken om samen gas in te kopen, 36418, nr. 103
Motie van het lid Omtzigt (Groep Omtzigt) over het aanhouden van het wetsvoorstel Fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouw, 36418, nr. 102
Motie van het lid Omtzigt (Groep Omtzigt) over het per 2024 versoberen van de bestaande regelingen ten aanzien van het onbelast verstrekken van extraterritoriale kosten voor ingekomen werknemers, 36418, nr. 101
Gewijzigd subamendement van de leden Erkens (VVD) en Alkaya (SP) 36418-100 t.v.v. nr. 59 over het wijzigen van het gewijzigd amendement Grinwis c.s. (CU) (stuk nr. 61), 36418, nr. 100
Motie van het lid Van Haga over een gefaseerde invoering van de afschaffing van het verlaagde tarief van de motorrijtuigenbelasting voor personenauto’s op cng, lng en lpg, 36418, nr. 99
Motie van het lid Van Haga over het terugdraaien van de accijnsverhoging op bier, 36418, nr. 98
Motie van het lid Van Haga over onderzoeken in welke mate versobering van de BOR leidt tot een ongelijker financieel speelveld tussen familiebedrijven en beursgenoteerde ondernemingen, 36418, nr. 97
Amendement van het lid Omtzigt (Groep Omtzigt) t.v.v. nr. 48 over een bezwaar- en beroepsregeling voor beslissing op een inzageverzoek, 36418, nr. 96 (zie nr. 107)
Motie van het lid Van Haga (Groep Van Haga) over het terugdraaien van de versobering van de BOR, 36418, nr. 95
Motie van het lid Van Haga (Groep Van Haga) over een uitwerking en impactanalyse van de aanpassing van artikel 15b van de Wet op de vennootschapsbelasting, 36418, nr. 94
Aangenomen motie van het lid Van Haga (Groep Van Haga) over de tegenbewijsregeling onderzoeken, 36418 (box 3), nr. 93
Gewijzigd amendement van het lid Paternotte c.s. (D66) t.v.v. nr. 49 over het verhogen van de belasting op leidingwater en de BTW op sierteelt ter dekking van de 0%-rente op studieleningen, 36418, nr. 92
Motie van de leden Stoffer (SGP) en Eppink (BBB) over het nemen van maatregelen die de marginale druk verlagen, 36418, nr. 91
Aangenomen motie van het lid Stoffer c.s. (SGP) over de uitwerking van de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 nauwkeurig monitoren, 36418, nr. 90
Aangenomen motie van de leden Grinwis (CU) en Stoffer (SGP) over drempels in het belastingstelsel in kaart brengen, 36418, nr. 89
Aangenomen motie van de leden Grinwis (CU) en Stoffer (SGP) over bedrijfsoverdrachten in het midden- en kleinbedrijf beter mogelijk maken door splitsing van beleggingsvermogen en ondernemingsvermogen, 36418, nr. 88
Aangenomen motie van het lid Grinwis (CU) over een gedifferentieerde verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken invoeren op basis van suikergehalte, 36418, nr. 87
Aangenomen motie van het lid Grinwis c.s. (CU) over ook in Caribisch Nederland een systematiek implementeren waardoor een wml-stijging niet fiscaal wordt afgeroomd, 36418, nr. 86
Aangenomen motie van de leden Grinwis (CU) en Omtzigt (Groep Omtzigt) over een bovennorm voor de marginale belastingdruk ontwikkelen, 36418, nr. 85
Amendement van de leden Van Raan (PvdD) en Van Esch (PvdD) t.v.v. nr. 46 over 0% BTW op onbewerkte groente en fruit, 36418, nr. 84
Aangenomen gewijzigd amendement van het lid Erkens c.s. (VVD) t.v.v. nr. 42 over het in stand houden van de accijnskorting op benzine, diesel en LPG, 36418, nr. 83
Amendement van het lid Inge van Dijk c.s. (CDA) t.v.v. nr. 62 over een regeling voor fiscaal bovenmatige pensioenregelingen, 36418, nr. 82, zie nr. 108
Aangenomen motie van het lid Inge van Dijk (CDA) over onderzoek naar een tariefdifferentiatie in de kansspelbelasting, 36418, nr. 81
Aangenomen motie van de leden Inge van Dijk (CDA) en Omtzigt (Groep Omtzigt) over een voorstel om schorsing van campers standaard onder het laagtarief te laten vallen, 36418, nr. 80
Aangenomen motie van het lid Inge van Dijk c.s. (CDA) over ook het uurbedrag van de vrijwilligersvergoeding indexeren met de tabelcorrectiefactor, 36418, nr. 79
Aangenomen motie van de leden Inge van Dijk (CDA) en Omtzigt (Groep Omtzigt) over een tijdelijke commissie instellen voor de herziening van het belasting- en toeslagenstelsel, 36418, nr. 78
Aangenomen motie van het lid Van der Lee (GroenLinks) over een duidelijk diagram opnemen in de aanslag inkomstenbelasting met de relatieve positie van de desbetreffende belastingplichtige in de inkomensverdeling, 36418, nr. 77
Aangenomen motie van het lid Van der Lee (GroenLinks) over zich in internationaal verband inzetten voor een wereldwijde miljardairsbelasting, 36418, nr. 76
Aangenomen motie van het lid Van Weyenberg c.s. (D66) over de invoering van een verbruiksbelasting op e-sigaretten, 36418, nr. 75
Aangenomen motie van het lid Alkaya (SP) over de invoering van een mondiale minimumvermogensbelasting voor miljardairs, 36418, nr. 74
Aangenomen motie van het lid Alkaya (SP) over de evaluatie van expatregelingen zo snel mogelijk starten, 36418, nr. 73
Aangenomen motie van het lid Erkens (VVD) over een differentiatie in de verbruiksbelasting in suikerhoudende dranken tussen vruchtensappen en andere dranken, 36418, nr. 72
Aangenomen motie van de leden Erkens (VVD) en Eppink (BBB) over de grenseffecten van de accijnsverhoging op alcohol monitoren, 36418, nr. 71 (zie nr. 115)
Aangenomen motie van de leden Erkens (VVD) en Eppink (BBB) over een analyse van de stapeling van alle maatregelen gericht op de metallurgische en mineralogische sector, 36418, nr. 70 (zie nr. 114)
Aangenomen amendement van het lid Grinwis c.s. (CU) over het afschaffen van de buitenlandse partiële belastingplicht, 36418, nr. 69
Aangenomen amendement van de leden Inge van Dijk (CDA) en Erkens (VVD) over maatregelen ter verlaging van de energiebelasting, 36418, nr. 68
Amendement van het lid Stoffer c.s. (SGP) over uitstel van de verhoging van de verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken, 36418, nr. 67
Motie van de leden Tony van Dijck (PVV) en Wilders (PVV) over het eigen risico schrappen, 36418, nr. 66
Motie van de leden Tony van Dijck (PVV) en Wilders (PVV) over de btw op boodschappen schrappen, 36418, nr. 65
Amendement van de leden Tony van Dijck (PVV) en Wilders (PVV) t.v.v. nr. 54 over het ongedaan maken van de tariefstijging in de eerste schijf, 36418, nr. 64
Aangenomen amendement van het lid Omtzigt c.s. (Groep Omtzigt) t.v.v. nr. 45 over het versoberen van de zgn. 30%-regeling, 36418, nr. 63
Amendement van de leden Inge van Dijk (CDA) en Van Weyenberg (D66) over een regeling voor fiscaal bovenmatige pensioenregelingen, 36418, nr. 62, zie nr. 82
Aangenomen gewijzigd amendement van het lid Grinwis c.s. (CU) ter vervanging van nr. 12 over het stapsgewijs afbouwen van de IACK en het uitstellen van de afschaffing tot 2027, 36418, nr. 61
Aangenomen amendement van het lid Grinwis c.s. (CU) over het niet doorgaan van de afschaffing van de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting voor giften onder de € 100.000, 36418, nr. 60
Subamendement van de leden Erkens (VVD) en Alkaya (SP) over het wijzigen van het amendement onder nr. 12 van de leden Grinwis c.s. (CU) 36418, nr. 59, zie nr. 100
Amendement van de leden Erkens (VVD) en Stoffer (SGP) over het halveren van de verhoging van de alcoholaccijns en het verhogen van de accijns op tabak en de kansspelbelasting, 36418, nr. 58
Gewijzigd amendement van het lid Van Raan (PvdD) t.v.v. nr. 30 over gedifferentieerde verhoging van de vliegbelasting naar klasse en verruiming naar transferpassagiers en privéjets, 36418, nr. 57
Amendement Van der Lee (GroenLinks) over verlaging van het tarief van de eerste schijf van box 1 van de inkomstenbelasting met 0,02 procentpunt, 36418, nr. 56
Gewijzigd amendement van het lid Omtzigt c.s. (Groep Omtzigt) 36418-55 t.v.v. nr. 41 over het laten vervallen van het verlaagd BTW-tarief voor logies en over het verlagen van het tarief voor de eerste schijf bij aardgas, 36418, nr. 55
Amendement van het lid Tony van Dijck (PVV) over het ongedaan maken van de tariefstijging in de eerste schijf, 36418, nr. 54 (zie nr. 64)
Amendement van het lid Tony van Dijck (PVV) over verruiming van de vrije ruimte in de werkkostenregeling, 36418, nr. 53
Amendement van de leden Beckerman (SP) en Alkaya (SP) over het uitzonderen van de vennootschapsbelasting van voordelen uit diensten van algemeen belang van instellingen voor volkshuisvesting, 36418, nr. 52
Amendement van de leden Van Weyenberg (D66) en Hammelburg (D66) over een verhoging van het tarief energiebelasting voor bedrijven en belastingvermindering voor huishoudens, 36418, nr. 51
Amendement van de leden van Raan (PvdD) en Van Esch (PvdD) over het uitzonderen van havermelk van de verbruiksbelasting voor alcoholvrije dranken, 36418, nr. 50
Amendement van het lid Paternotte c.s. (D66) over het verhogen van de belasting op leidingwater en de BTW op sierteelt ter dekking van de 0%-rente op studieleningen, 36418, nr. 49, zie nr. 92
Amendement van het lid Omtzigt (Groep Omtzigt) over een bezwaar- en beroepsregeling voor beslissing op een inzageverzoek, 36418, nr. 48, zie nr. 96
Amendement van het lid Omtzigt (Groep Omtzigt) c.s. 36418-47 over een regeling voor auto's die tussen de 15 en 25 jaar geleden in gebruik zijn genomen, 36418, nr. 47
Amendement van de leden Van Raan (PvdD) en Van Esch (PvdD) over 0% BTW op onbewerkte groente en fruit, 36418, nr. 46
Amendement van het lid Omtzigt (Groep Omtzigt) over het versoberen van de zgn. 30%-regeling, 36418, nr. 45 (zie nr. 63)
Amendement van de leden Grinwis (CU) en Inge van Dijk (CDA) over het vervallen van de hogere arbeidskorting en verlaging van het tarief voor de eerste schijf, 36418, nr. 44 (zie nr. 113)
Aangenomen amendement van de leden Erkens (VVD) en Alkaya (SP) over het verminderen van de verlaging van de mkb-winstvrijstelling met 0,61 procentpunt, 36418, nr. 43
Amendement van het lid Erkens (VVD) over het in stand houden van de accijnskorting op benzine, diesel en LPG, 36418, nr. 42, zie nr. 83
Amendement van het lid Omtzigt (Groep Omtzigt) over het laten vervallen van het verlaagd BTW-tarief voor logies en over het verlagen van het tarief voor de eerste schijf bij aardgas, 36418, nr. 41 (zie nr. 55)
Amendement van het lid Tony van Dijck (PVV) over het terugdraaien van de accijnsverhoging voor tabak, 36418, nr. 40
Amendement van het lid Tony van Dijck (PVV) over het terugdraaien van de accijnsverhoging voor alcohol, 36418, nr. 39
Amendement van het lid Tony van Dijck (PVV) over het voor 2024 afschaffen van de 30%-regeling, de regeling voor extraterritoriale kosten en de keuzeregeling partiële buitenlandse belastingplicht, 36418, nr. 38
Certificeringen en ramingstoelichtingen pakket Belastingplan 2024, 36418, nr. 37
Tweede nota van wijziging, 36418. nr. 36
Nota naar aanleiding van verslag BP 2024, 36418, nr. 35
Amendement van het lid Alkaya (SP) over het handhaven van de grens van 1200 kubieke meter voor de eerste schijf voor gas in de energiebelasting, 36418, nr. 34
Amendement van het lid Dassen (Volt) over verhogen van het tarief voor de innovatiebox, 36418, nr. 33
Amendement van het lid Dassen (Volt) over afschaffen van het heffingsplafond op de belasting op leidingwater, 36418, nr. 32
Nader gewijzigd amendement van het lid Van Raan (PvdD) t.v.v. nr. 25 over gedifferentieerde verhoging van de vliegbelasting naar klasse en afstand, 36418, nr. 31
Gewijzigd amendement van het lid Van Raan t.v.v. nr. 24 over gedifferentieerde verhoging van de vliegbelasting naar klasse en verruiming naar transferpassagiers en privéjets, 36418, nr. 30
Aangenomen amendement van het lid Omtzigt (Groep Omtzigt) over het per 1 juli 2024 verlagen van het startgewicht van vliegtuigen voor de vliegbelasting, 36418, nr. 29
Amendement van het lid Omtzigt (Groep Omtzigt) over verhoging van het tarief voor laadpalen, 36418, nr. 28
Aangenomen amendement van het lid Omtzigt (Groep Omtzigt) over een stapsgewijze verhoging van het tarief voor walstroom ten behoeve van verlaging van de energiebelasting op elektriciteit in de eerste schijf, 36418, nr. 27
Gewijzigd amendement van het lid Van Raan (PvdD) t.v.v. nr. 19 over het fiscaal gelijk behandelen van dieselauto's en benzineauto's en het vervroegen van het vervallen van het verlaagde tarief voor o.a. LPG, 36418, nr. 26
Gewijzigd amendement van het lid Van Raan (PvdD) t.v.v. nr. 23 over gedifferentieerde verhoging van de vliegbelasting naar klasse en afstand, 36418, nr. 25 (zie nr. 31)
Amendement van het lid Van Raan t.v.v. nr. 18 over gedifferentieerde verhoging van de vliegbelasting naar klasse en verruiming naar transferpassagiers en privéjets, 36418, nr. 24 (zie nr. 30)
Amendement van het lid Van Raan (PvdD) over gedifferentieerde verhoging van de vliegbelasting naar klasse en afstand, 36418, nr. 23 (zie nr. 25)
Amendement van het lid Dassen (Volt) over het vervallen van de oldtimerregeling per 2026, 36418, nr. 22
Amendement van het lid Van Raan (PvdD) over het naar rato van de energiedichtheid gelijktrekken van het fiscale voordeel van de inzet van kolen met de inzet van aardgas, 36418, nr. 21
Amendement van de leden Van Raan (PvdD) en Christine Teunissen (PvdD) over het belasten van de CO2-uitstoot van houtige biomassa, 36418, nr. 20
Amendement van het lid Van Raan (PvdD) over het fiscaal gelijk behandelen van dieselauto's en benzineauto's en het vervroegen van het vervallen van het verlaagde tarief voor o.a. LPG, 36418, nr. 19 (zie nr. 26)
Amendement van het lid Van Raan (PvdD) over gedifferentieerde verhoging van de vliegbelasting naar klasse en verruiming naar transferpassagiers en privejets, 36418, nr. 18 (zie nr. 24)
Bijgewerkt voorstel van wet t/m nr. 17
Uitvoeringstoets nota van wijziging, 36418, nr. 17 (bijlage)
Beslisnota bij nota van wijziging, nr. 17, 36418 (bijlage)
Nota van wijziging, 36418, nr. 17
Amendement; Amendement van het lid Van Raan over vliegbelasting voor transferpassagiers, 36418, nr. 16
Amendement van het lid Van Raan over verhoging van de vliegbelasting met € 55, 36418, nr. 15
Verslag Belastingplan 2024, 36418, nr. 14
Gewijzigd amendement van het lid Alkaya (SP) t.v.v. nr. 8 over het afschaffen van de BTW voor personenvervoer per openbaar vervoer, 36418, nr. 13
Amendement van het lid Grinwis (CU) c.s. over het stapsgewijs afbouwen van de IACK en het uitstellen van de afschaffing tot 2027, 36418, nr. 12
Aangenomen amendement van het lid Van der Lee (GroenLinks) c.s. over verhoging van de tarieven van box 2 en 3 met twee procentpunt en een verhoging van de bankenbelasting met 150 miljoen euro, 36418, nr. 11
Beslisnota inzake Factsheetbundel Belastingplan 2024, nr. 10 (bijlage)
Factsheetbundel pakket Belastingplan 2024, nr. 10 (bijlage)
Factsheetbundel pakket Belastingplan 2024, Brief, nr. 10
Amendement van het lid Alkaya (SP) over het verhogen van het tarief van de vennootschapsbelasting met 11,13 procentpunt, 36418, nr. 9
Amendement van het lid Alkaya (SP) over het afschaffen van de BTW voor personenvervoer per openbaar vervoer, 36418, nr. 8 (vervangen door nr. 13)
Beslisnota bij brief Kabinetsreactie onderzoek btw-nultarief groente en fruit, nr. 7 (bijlage)
Advies Pels Rijcken inzake het btwnultarief op leveringen van groente en fruit, nr. 7 (bijlage)
Brief regering; Kabinetsreactie onderzoek btw-nultarief groente en fruit, nr. 7
Amendement van de leden Van Weyenberg en Hammelburg (beiden D66) over verhoging tarief energiebelasting voor bedrijven en belastingvermindering voor huishoudens, 36418, nr. 6
Amendement van de leden Bikker (CU) en Klaver (GroenLinks) over verhoging van de vliegbelasting, 36418, nr. 5
Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport, 36418, nr. 4
Sleuteltabel 2024, 36418, nr. 3 (bijlage)
Advies AP inzake deel gegevensverstrekking wijz uitvoeringsbesluiten belastingplan 2024, nr. 3 (bijlage)
Advies AP inzake deel gegevensverstrekking EU verplichtingen belastingplan 2024, nr. 3 (bijlage)
Advies ATR Eerste schijven energiebelasting, 36418, nr. 3 (bijlage)
Advies RvdR pakket Belastingplan 2024, 36418, nr. 3 (bijlage)
CW31 Kaders pakket Belastingplan 2024, 36418, nr. 3 (bijlage)
Overzicht Uitvoerbaarheid: inzicht in samenloop beleid en uitvoering Belastingdienst en uiterste data parameteraanpassingen, 36418, nr. 3 (bijlage)
Toelichtingen op de ramingen van de budgettaire effecten van de wetsvoorstellen uit het pakket Belastingplan 2024, 36418, nr. 3 (bijlage)
Uitvoeringstoetsen Belastingplan 2024, 36418, nr. 3 (bijlage)
Belastingplan 2024, memorie van toelichting, 36418, nr. 3
Belastingplan 2024, voorstel van wet, 36418, nr. 2
Belastingplan 2024, Koninklijke boodschap, 36418, nr. 1