Einde inhoudsopgave
Wet inkomstenbelasting 2001
Artikel 8.11 Arbeidskorting
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stcrt. 2023, 32714 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: 2023-0000270123)
20-12-2023, Stb. 2023, 499 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36418)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stcrt. 2023, 32714 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: 2023-0000270123)
20-12-2023, Stb. 2023, 499 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36418)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Heffingskorting
1.
De arbeidskorting geldt voor de belastingplichtige die arbeidsinkomen geniet.
2
De arbeidskorting bedraagt:
- a.
8,425% van het arbeidsinkomen met een maximum van € 968, vermeerderd met:
- b.
31,433% van het arbeidsinkomen voor zover dat meer bedraagt dan € 11.490, waarbij de som van de bedragen berekend op de voet van de onderdelen a en b niet meer bedraagt dan € 5.158, alsmede vermeerderd met:
- c.
2,471% van het arbeidsinkomen voor zover dat meer bedraagt dan € 24.820, waarbij de som van de bedragen berekend op de voet van de onderdelen a, b en c niet meer bedraagt dan € 5.532, en verminderd, doch niet verder dan tot nihil, met:
- d.
6,51% van het arbeidsinkomen voor zover dat meer bedraagt dan € 39.957.
Ingeval het arbeidsinkomen niet meer bedraagt dan € 39.957, bedraagt de arbeidskorting ten minste de volgens artikel 22a van de Wet op de loonbelasting 1964 toegekende arbeidskorting ter zake van het loon dat wordt belast volgens de loonbelastingtabellen, bedoeld in artikel 25, tweede lid, van die wet, maar maximaal het in de eerste volzin, onderdeel c, als tweede vermelde bedrag.