Einde inhoudsopgave
Wet op de vennootschapsbelasting 1969
Artikel 16 [Aftrekbare giften]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 498 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36342)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 498 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36342)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
1.
Aftrekbare giften zijn de in het jaar gedane en met schriftelijke bescheiden gestaafde giften aan algemeen nut beogende instellingen en steunstichtingen SBBI. De aftrek bedraagt ten hoogste 50 percent van de winst met een maximum van € 100 000.
2.
Als giften worden aangemerkt bevoordelingen uit vrijgevigheid en al dan niet verplichte bijdragen, voor zover daardoor geen op geld waardeerbare aanspraken ontstaan.
3.
Onder een gift wordt niet verstaan een bevoordeling of bijdrage in contant geld.
4.
Giften in natura waarvan de waarde in het economische verkeer in totaal meer bedraagt dan € 10.000 per kalenderjaar, worden in aanmerking genomen voor zover die waarde in het economische verkeer volgt uit een onafhankelijk taxatierapport dat of factuur die aan bij ministeriële regeling te stellen regels voldoet.
5.
Voor de toepassing van het vierde lid wordt onder giften in natura mede begrepen een kwijtschelding van een vordering die betrekking heeft op een of meer vermogensbestanddelen in natura.
6.
De aftrek, bedoeld in het eerste lid, wordt verhoogd met 50 percent van het bedrag van de giften die zijn gedaan aan een culturele instelling, doch ten hoogste met € 2500.