Einde inhoudsopgave
Wet op de vennootschapsbelasting 1969
Artikel 15be
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Redactionele toelichting
Vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 01-01-2024.
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 499 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36418)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 499 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36418)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting (V)
Vennootschapsbelasting / Vrijstelling
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
1.
Indien een belastingplichtige het bedrijf van bank uitoefent, komt bij het bepalen van de in een jaar genoten winst niet in aftrek het gedeelte van de renten ter zake van geldleningen dat wordt gesteld op (10,6-L)/(100-L). Daarbij wordt onder L verstaan de aangepaste leverage ratio met betrekking tot 31 december van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarin het jaar, bedoeld in artikel 7, vierde lid, aanvangt. Indien geen kalenderjaar voorafgaat aan het kalenderjaar waarin het jaar, bedoeld in artikel 7, vierde lid, aanvangt, wordt onder L verstaan de aangepaste leverage ratio met betrekking tot 31 december van het kalenderjaar waarin het jaar, bedoeld in artikel 7, vierde lid, aanvangt. De aangepaste leverage ratio bedraagt ten hoogste 10,6.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder aangepaste leverage ratio verstaan het op een decimaal afgeronde percentage dat volgt uit de berekening van de leverage ratio met betrekking tot de belastingplichtige ingevolge deel 7 van de verordening kapitaalvereisten, met dien verstande dat in die berekening bij het bepalen van de kapitaalmaatstaf met betrekking tot de belastingplichtige de kapitaalinstrumenten, genoemd in artikel 51 van de verordening kapitaalvereisten, buiten beschouwing blijven.
3
Voor de toepassing van het tweede lid wordt uitgegaan van de leverage ratio die met betrekking tot de belastingplichtige wordt berekend op basis van de geconsolideerde situatie, bedoeld in deel 1, titel II, hoofdstuk 2 van de verordening kapitaalvereisten, dan wel, indien met betrekking tot de belastingplichtige niet op basis van de geconsolideerde situatie een leverage ratio wordt berekend, van de leverage ratio die met betrekking tot de belastingplichtige wordt berekend op individuele basis, bedoeld in deel 1, titel II, hoofdstuk 1, van de verordening kapitaalvereisten.